384 Het gelukte deze personen om door te sluipen en reeds des avonds te half twaalf uur de berigten in bet hoofdkwartier te bezorgen. Blijkens deze berigten was er dringend behoefte aan vivres voor den volgenden dag alsmede aan tandoes en aan infanterie munitie, die den volgenden dag zou verschoten zijn. Hoewel door den bevelhebber bepaald was, dat ook den volgenden dag in en om kampong Lamkrah zou geageerd worden, werden, die plannen, met het oog op de van de kolonne Demmeni ontvangen berigten, gewijzigd. Dientengevolge werd in den vroegen morgen van den 20ei aan lui tenant-kolonel Tersteege de last verstrekt om den volgenden ochtend met zijn kolonne (nu vier kompagniën infanterie en een sektie bergartillerio sterk) regtstreeks naar Anak-Galoeng te marscheeren, ter versterking van dat bivak en van dat té Mentasih-West. Aan luitenant-kolonel Godin werd den 20™ te 6 uur voormiddag langs den regteroever door eene kompagnie (9e bataillon) de order ovcr- gebragt om met drie kompagniën (waaronder de kompagnie Gobius) naar den luitenant-kolonel Demmeni uit .te rukken en hem vivres voor twee dagen henevens munitie aan te voeren. De kolonne Vervloot, die nu niet meer op zich zelf kon blijven, kreeg last, zich in den loop van den dag naar Biloel-Zuid terug te begeven en de verschillende afdeelingen dier kolonne naar haar posten terug te zenden. Door den luitenant-kolonel Tersteege was op den 19cIen des ochtends op den grooten weg tusschen Kaijoe-leh en Atoeh-Noord een in het Maleiseh geschreven brief gevonden, geadresseerd aan den assistent-resi dent Sol. Deze brief, naar het hoofdkwartier gezonden, bleek van Toe koe Bait te zijn en hield in, dat Toekoe Bait genogen is zich te onder werpen, maar vechten moet, omdat de kompagnie in zijn land is. Bij afwezen van den assistent-resident, die te Kotta Radja was, werd nu door den bevelhebber zeiven geantwoord, dat Toekoe Bait zich kon komen onderwerpendeze brief werd door tusschenkomst van don kapitein Gobius aan den luitenant-kolonel Godin toegezonden, met last, dezen brief op een in het oog vallende plaats op Passar Longie op te hangen. Dingsdag 20 Augustus. Voor het eerst sedert het uitrukken der ko- lonnes, op den 25ea Juli, regende het dezen dag van ongeveer half acht uur des morgens af aanhoudend en zwaar. De kolonne Tersteege had bij het ontvangen der nieuwe order een kompagnie (de Kroes) uitgezonden om te trachten, direkte aanraking met de kolonne Vervloet te krijgen en verder in onderling verband te kunnen ageeren. Onmiddelijk werd nu een kavalerie ordonnance uit-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 392