390
nadat ik eerst bekoorlijk had laten nagaan of de klep van het vizier
op den juisten afstand stond.
Om dit vuur in verband te doen werken met dat der Artillerie,
kommandeerde ik „vuur", een oogenblik nadat de Artillerie haar
vuur had gegeven. Daardoor snorden een 120 tal infanteriekogels
door den kampongbijna onmiddelijk gevolgd door het springen van
den granaat-kartets of den granaat. Het vijandelijk vuur trok zich
hoe langer hoe meer samen in eene bentingdie volgens aanwijzing
moest liggen aan den ingang van den kampong Sibreh. Die toegang-
bleek later de zoogenaamde sulthansweg te zijn.
Ik kreeg toen cfe opdracht van den kolonnekommandant 0111 mij
gereed te makendie benting te bestormen en te nemen. De Artil
lerie zou nog een paar schoten doen.
Ik deelde den l011 Luitenant P. J. M. F. Molling erkommandant
van het le peloton, mede, dat mijn plan was, hom te bestemmen 0111
te trachten, de benting, hoe daiT ook, binnen te dringen; terwijl
het 2e pelotononder kommando van den lcn Luitenant W. L. Kuskij
zou volgen als reserve en de mogelijk te hulp snellende vijanden
uit den kampongrand moest attaqueeren. Den 1™ Luitenant Mollinger
deed ik nu positie nemen achter eene hoogte, p. m. 150 pas voor
de tegenwoordige stelling, en toen die officier daar was, het 2e pe
loton vooruitgaan om weder een sprong voorwaarts te doen. Maar
wat gebeurde? Toen ik het 2e pëloton vooruitbracht, werden 2
man gewonden dat was genoeg voor mijne Boegineezen om er niet
kalm onder te blijven. Tandakkende, schoten zij hunne geweren
in de lucht af, hieven hun eigenaardig krijgsgeschreeuw aan, en
ik meende niet beter te kunnen doen dan gebruik te maken van
het elan, dat den troep beheerschte. Ik liet alle hoornblazers den
stormmarsch blazenen met een geestdrift en eene doodsverachtingdie
niet te beschrijven zijn, stormde de kompagnie vooruit, ondanks het
hevige vuur uit alle kanten, dat nog den Luitenant Kuskijhoewel
licht, en 2 fuseliers ernstig verwondde.
De Luitenant Mollinger was bezig, als een wanhopendemet zijne
sabel de bamboe doeri weg te ruimen0111 den toegang vrij te krij-
Dit doen de Boegineezen altijd bij den stormloop.