397 groot aantal versterkingen, dat men ontmoet had." Ik moet hier eindigen, zooals het officieel verslag eindigt„zonder door den vijand te worden verontrustkeerde de kolonne Godin Demmeni ten half twaalf uur in het bivak Mentasih- West terug.' Een enkel woord van lof moet hier zijne plaats vinden voor de Artillerie, die, bij den aanval op kampong Sibreh vooral, zich krachtig kon doen, maar ook deed gelden. Yan den zoo mooien afstand 700 a 800 passen maakte de Kapitein De Wijs uitmuntend gebruik. Jammer, dat er ook voorbeelden zijn van een minder goed gebruik van de Artillerie in Atjehwaardoor dikwijls veel munitie werd verspild. Onze Artillerie-officieren kunnen daar meer van vertellen. Hunne schuld is het echter dikwijls niet. Met dezen tocht eindigden de groote krijgsbewegingen in het jaar 1878. Op staatkundig gebied had evenwel nog eene belangrijke gebeurtenis plaats. Op den 13 October, 's morgens vroeg, kwam Habib Abdoel Backman al Zahir zijne onderwerping aanbieden en werd hij te Anagaloeëng met het tevoren bepaalde ceremonieel ontvangen. Er werd eene kolonne samengesteld van 3 kompagniën, onder kommando van den Luitenant-Kolonel TI. Demmenidie hem naai Kotta-Badja overbracht. De chef van den staf Majoor van den Generalen Staf A. B. W. Geij van Pittius en de Assistent-Resi dent van Kotta-Badja waren daags te voren te Anagaloeëng gekomen en vergezelden hem nu naar Atjeh's hoofdplaats. De troepen bleven hunne bivaks bezetten, maar hadden nu met een nieuwen vijand te doen: het water. Yele malen trad de Atjeh- rivier buiten hare oevers en noodzaakte ons naar een hooger gele gen gedeelte de wijk te nemen. Menige gebeurtenis leeft nog zeker voort in de herinnering van velen, welke gedurende dien tijd bij ons waren. Het ligt echter niet in ons bestekook daarvan een verhaal te doen. "Wij zullen thans zien hoe eenige maanden later Tjot Basatoei en Indrapoeri in onze macht vielen. Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 405