401 Het resultaat door do beido boven omschreven werkwijzen verkregen is even verschillend als de gegevens zijn, welke voor eene goede toepas sing daarvan vereischt worden. Bij het overseinen van berichten door middel van den heliograafmoet het punt, waarheen men de berichten wil zenden, nauwkeurig bekend zijn, aangezien de uiterste stralen van den teruggekaatsten lichtbundel slechts een hoek van i° maken en deze dus niet op het tweede seinstation kunnen worden opgemerkt, tenzij het instrument nauwkeurig gericht is op de plaats, waar do waarnemer zich bevindt. Ten einde van het eene station naar het andere te viseeren, moet het terrein heuvel- of bergachtig wezen en er gelegenheid bestaan, geschik te punten te bezetten. De lucht moet helder en onbewolkt wezen, daar de waarnemingen slechts bij zonneschijn kunnen geschieden. Op alle stations moet een goed geoefend personeel van minstens twee man tot het verzenden en ontvangen der berichten aanwezig zijn. Deze berich ten kunnen alsdan over afstanden van 50 palen worden voortgeplant. De tweede omschreven werkwijze dient daarentegen tot het bepalen van de plaats, waar de seingever zich ten opzichte van de beide waar nemers bevindt, terwijl van de laatsten de onderlinge ligging bekend moet wezen. Het overseinen van -berichten door middel van vuurpijlen kan natuurlijk slechts in zeer beperkten zin plaats hebben. Dewijl het niet noodig is, dat de seingever en de waarnemer elkaar kunnen zien kan het terrein vlak en geheel begroeid wezenindien vóór den laatsten slechts eene geringe opene ruimte bestaat. De waarnemingen geschie den gedurende den nacht, en bedekte lucht of regen verhinderen haar niet. Het personeel, daartoe benoodigd, is gering en heeft geene speciale oefening noodig. Het bepalen van plaatsen op grooter afstand dan 10 palen zal op deze wijze niet kunnen geschieden. De beschrijving en het nut dezer beide werkwijzen werden hierboven naast elkander geplaatst om aan te toonen, hoe zij elkander in vele op zichten kunnen aanvullen. Voor zoo veel mogelijk samen toegepast, kunnen zij in onze Indische oorlogen van het grootste nut wezen en zullen zij ongetwijfeld er veel toe kunnen bijdragen,'het verband tusschen agee- rende kolonnes onderling en van deze met het hoofdkwartier te bewa ren. Het overwegend belang van zulk eene verbinding, welke in de meeste gevallen slechts gebrekkig of in het geheel niet bestaat, zal den lezers van het Indisch Militair Tijdschrift niet nader behoeven te wor den aangetoond. B_ n00TEE. 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 409