406 omdat bovengenoemde enkele gevallen zicli bij bet laatste korpsgedeelte hadden voorgedaan. Hoe onoordeelkundig dit is, hoe eene dergelijke -willekeurige handeling wrevel opwekt, is licht na te gaan. Laat streng onderzoeken wie dergelijke overtredingen begaan, de schuldigen geducht daarvoor boeten en voorbeeldig straffen, maar doe nimmer, om zich do soesah van een onderzoek te besparen, het korps, de kompagnie of het detachement geheel zoo iets misgelden. Om bovengenoemde redenen is meermalen te velde of op feestdagen het spelen voor Inlanders verboden of beperkt geworden. Die maat regel heeft evenveel zin als b. v. de order zou hebben om eene kan tine te sluiten of te velde geen extra-oorlam meer te verstrekken, omdat zich gevallen hadden voorgedaan van dronkenschap of insu bordinatie in een door drank bevangen toestand. Nogmaals, corri geer de overtreders, verbied hun, aan het spel deel te nemen, stel hen onder speciaal toezicht van het kader, en de gegradueerden ver antwoordelijk, dat zij niet medespelen, maar vel niet collectief, dus onrechtvaardig, een vonnis over schuldigen en onschuldigen. De In lander is er nu eenmaal op verzot om te velde en op feestdagen te dobbelen; ontzeg hem dus dat genot niet lichtvaardig, en laat het kader surveilleerendat het spel niet te grof en buitensporig toegaat. Het met mate toestaan om te velde om geld te spelenheeft ook nog het voordeel, dat de Inlander doorgaans tevreden en opgeruimd zijne dikwijls zware en vermoeiende dienstplichten vervult. Is het soms noo- dig, dat eene Inlandsche kompagnie in haar geheel te velde 's nachts waakt, dan is er geen beter middel om haar wakker te houden dan de vergunning tot het spel. Om op feestdagen te kunnen spelen, is natuur lijk geld benoodigd. Klachten omtrent het bij dergelijke gelegenheden niet ontvangen van voorschot op competeerende soldij zijn natuurlijk ongegrondomdat het uitbetalen van soldij bij die gelegenheden nergens reglementair is voorgeschreven. Viert de Inlander echter feest, dan is het bij hem een hartstocht om op dien dag geld te ontvangen kena doewit). Daarvoor waagt hij dikwijls alles en verkoopt of verpandt hij blindelings zijne kleeding of vergrijpt hij zich zelfs aan het eigendom van zijn naaste om aan geld te komen. Vele kompagnies- en detache- ments-kommandanten hebben dit ingezien en betalen daarom zooveel doenlijk op feestdagen de competeerende soldij uithetzij door voorschotten uit de kantine- of andere fondsenhetzij uit eigen middelen. Aangezien dit bij geen voorschrift verloden is, kan het voorbeeld van dergelijke officieren niet dan toejuiching verdienen en tot navolging strekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 414