407 De grieven van Inlandersdat zij (meestal bij verwisseling van korps- kommandant) te veel moeten exerceeren, inspectiën maken of corveëen, zijn doorgaans even denkbeeldig als hunne reclames, dat vorige post- kommandanten hun meer voorrechten toestonden. Officieren, die bij een ander korps of detachement zijn overgeplaatstof voor het eerst in eene nieuwe functie optreden, zullen echter wèl doen, om bij dienstovername zich door hunne voorgangers op de hoogte te doen stellen van locale toestanden en eischen. In ieder garnizoen, bij ieder korps of detachement, bestaan in 't belang van de dienst en van den soldaat huishoudelijke maat regelen, die meest doeltreffend en, hoewel niet voorschriftmatig, toch niet in strijd zijn met bestaande bepalingen. Men wachte zich om bij vertrek van den afgetreden kommandant dergelijke maatregelen plotseling en soms ondoordacht in te trekken. Het gevolg is er dikwijls van, dat daardoor onnoodig ontevredenheid wordt opgewekt en men, nadat die zich geuit heeft, genoodzaakt is, pas uitgevaardigde bepalingen weder in te trokken, hetgeen dikwijls, ja meestal, allerschadelijkst is voor het prestige. Men overwege dus bezadigd of verandering in den bestaanden toestand wenschelijk is en ga niet dan in zeer dringende gevallen er toe over om onverwachts ingrijpende veranderingen in den bestaan- den toestand te brengen. Beter is het om h. v. bij korpsenwaarvolgens de inzichten van den nieuw opgetreden kommandant, de slagvaardigheid wel wat te wenschen overlaat, en waar de soldaat minder gewenschte vrijheden geniet, de gewapende diensten langzamerhand en trapsgewijze te vermeerderen, en de voorrechten geleidelijk en gaandeweg te vermin deren. De Jnlandsche soldaten zijn, althans in het Maleisch, weinig bespraakt en tellen ook daarom weinig woordvoerdersdie hunne ware of vermeende grie ven duidelijk en vrijmoedig aan Chefs kunnen en durven blootleggen. Enkele kommandanten schepen bij algemeene verzoeken of klachten den soldaat wel eens barsch af, anderen getroosten 2ich niet eens 4e moeite, die reclames grondig te onderzoeken, en zenden de reclamanten weg met een soedah, ingerukt! Wie zwijgt, stemt toe, zegt een Hollandsch spreekwoord, dat echter onderwerpelijk niet van toepassing is. Uit vrees of bescheiden heid zwijgt de Inlandermaar zijne ontevredenheid blijft bestaan, ja, wordt meesttijds vermeerderd, als hij bij zijne kameraden teruggekeerd is. Dan gaan zij omong-omong en vervolgens meestal over tot een alge meen protest; en wee! de onverstandige kommandant, die, instede van hunne woordvoerders welwillend aan te hooren, dezen soms met een zuur antwoord het zwijgen oplegt of naar de policiekamer verwijst.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 415