409 gesteld, doch dan wenschte ik den draagriem vervangen te zien door een passant voor den gordel. De holster sluit dan altijd heter tegen het lichaam, slingert minder, het aanhoudend lostornen of inscheuren van den draagriem vervalt, en hij het doortrekken van rivieren kan de man zijne geheele wapening aan den gordel omhoog houden. Bij de Infan terie hoort men de manschappen eerder klagen over het knollen van den draagriem van den patroonzak dan van de patroontaschzelfs al houden heiden een gelijk getal patronen in; te nemen proeven zouden moeten uitwijzen, welke draagwijze van den revolver voor den man het gemakkelijkst is. Sommige officieren ondervonden, dat een betrekke lijk lichte kijker of eene vehlfleschaan een riem over den schouder gedragen, op den langen weg hinderlijker werd dan de revolver met munitie,- die, aan of tusschen den koppel gestoken, werd medegevoerd. De patroontasch is weinig doelmatig ingericht, vooral voor bereden troe pen, daar bij gemis van een binnenblad in die tasch, door eenig schuddon de patronen telkens uit de tasch springen. De revolver-munitie behoeft geene groote bergplaatseen klein zakje met klep en knoop, rechts van de gordelplaat gedragen, zou misschien beter voldoen dan do tasch; de schroefdraaier kan in eene lus, aan de binnenzijde van het klepje gesto ken, het compositie-oliefleschje met goed dicht geschroefden stop in het zakje bewaard worden. De opmerking omtrent den slotborstel komt mij gegrond, die over hot oliefleschje onnoodig voor, daar glazen oliefleschjes successievelijk vervan gen zijn of worden door compositie-oliefleschjosook bij do bereden Artillerie. De gewijzigde schroefdraaier voldoet veel beter dan de oorspronkelijke, doch de bewerking is omslachtig, betrekkelijk kostbaar, en kan veel eenvoudiger geschieden door den bek af te kappen, den langen arm van een bek te voorzien en, door een paar hamerslagen, den bocht recht hoekig te zetten. Deze bewerking kan in veel minder tijd geschieden en levert weinig gevaar van breken op, terwijl het reeds aangebrachte num mer op dezelfde plaats kan blijven. Het verwisselen der dekplaatschroeven veroorzaakt geen nadeel, daar beiden gelijke lengte en denzelfden draad en vorm hebben; eenmaal mer ken voorgeschreven zijnde, dienen ze echter te worden aangebracht; in dien geest is bij sommige korpsen reeds gehandeld. Do opmerking van J. O. Z. E. dat het onder anderen in het afgeloo- pen jaar veelvuldig voorgekomen weigeren van patronen niet aan de slagveer, maar aan minder goede confectie der patronen moet geweten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 417