415 sadeur te Berlijn. Dat beteekent niets anders dan de vertolking dei- Generaals De Stuers en Van SwietenVorsicht is niets meer dan voor zichtigheid. Maar, gouverner, c'est prévoir! Niet „vivre au jour le jour", niet „in den Tag hincin leben"! Te voorzichtig, volgens die vertolking, is ook niet beleidvol. "Wij hebben ons drie of vier malen in onze rechten door avonturiers en Engeland laten verschalken. Dit is voldoende ge weest. De grenzen van ons gebied behooren ons. Daar binnen be hoeven we geene vreemde mogendheid te dulden. En die grenzen roe pen ons van zeiven toe:* tot hiertoe en niet verder. Yoor ons heeft het vooruit! gelukkig zijne grenzen. Dat zijn de natuurlijke grenzen van het Eed.-Indisch gebied, waarop wij onze rechten kunnen en moeten la ten gelden. Moet er een advies gevolgd worden, dan niet dat van den oud-Minister De Waal in deel III zijner „Indische financiën", maar wel dat van den Heer Woudrichem van Vliet en van den Heer Lentingden tweeden in zijne „rechtsvragen", den derden in de debatten over de jong ste Indische begrooting. Passen wij nu nog op Borneo en Nieuw- Guinea! Wachters der Natie, waakt! Elke koloniale mogendheid heeft zijn fatum. Dat fatum is, dat we tot uitbreiding van gezag gedwongen worden en onze krachten versnipperen moeten. Daaraan kunnen we ons niet onttrekken. Zie eens Engeland in Afghanistanin de Transvaal in Zoeloeland; Frankrijk aan de Senegal, in Algerië, in Tonkin-, Rus land in Centraal-Mzie. En NederlandHet beroep op groote mogendhe den is zeker niet geldig voor een klein land als het onze, met zijne beperkte hulpmiddelen maar wel is een ander beroep mogelijk, dat op onze geschiedenis. Wat hebben onze voorvaderen gewrocht? Dus her leven of verzinken. Het oorlogsrecht en zijne toepassing in den Fransch-Duitschen oorlog (18701871) door Jhr. Mr. B. A. Klerch. Met een voor woord van den Generaal-Majoor P. G. Booms en gevolgd door eenige beschouwin gen van den Luitenant-G-eneraal W. J. Knoop, 's Gravenliage, de gebroeders Van Cleef. 1879. Van een werk, dat reeds bij en kort na de verschijning zoo goed aanbevolen werd door twee Generaals van het Nederlandsche leger, kan weinig gezegd worden wat de waarde er van zou kunnen doen vermin-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 423