418
Met alle kracht werd gewerkt om alles in gereedheid te brengen voor
den marsch op den 23sten Maart. De koelies voor de kolonnes werden
ingedeeld.
Missigit Montassik werd bezet door eene kompagnie van het 9° batail-
lon. Deze maatregel is van tijdelijken aard en noodig geworden, omdat
Toekoe Tjihik, hoofd der V Moekims, niet op den bepaalden tijd ver
schenen is, om de missigit over te nemen. De reden van zijn wegblijven
is tot nog toe niet bekend.
Zondag 23 Maart. Hoewel het te vermoeden was, dat de wegen en
sawahs tusschen Anagaloeëng en Indrapoeridoor de aanhoudende en
hevige regens der laatste dagen, in minder gunstigen toestand gebragt
warenen de operatiën daardoor belemmerd konden wordenbesloot de
Bevelhebber niettemin, de operatiën op den éénmaal vastgestelden datum,
23 Maart, aan te vangen, vreezende, dat een langer uitstel er toe zou
kunnen leiden, om er geheel van te moeten afzien, aangezien gerekend
wordt, dat in de maand Mei de regenmoesson weder invalt.
De opmarsch der 1ste kolonne van Anagaloeëng had ten 4J- ure 's voor
middags plaats. De tweede kolonne volgde haar ten 6 ure 's voormiddags.
De sterkte dezer kolonnes bedroeg:
1° kolonne.
Kommandant, luitenant-kolonel H. M. Tersteege; stafofficier: de 1°
luitenant-adjudant Jlir. J. C. van der Wijck.
Infanterie.
Het 5e bataillon onder den majoor W. T. van Yugt, 1° luitenant
adjudant Y. A. A. Bekking; sterkte 17 officieren en 502 minderen.
Twee kompagniën van het lle bataillon, sterk 7 officieren en 190 minderen.
Kavallerie.
Een detachement van 34 kavalleristen onder den len luitenant J. F.
ten Bosch.
Artillerie.
1 sectie kanons van 8 cM. berg en
1 sectie mortieren met 2 officieren, 53 minderen en 20 paarden (kom
mandant de kapitein der artillerie E. H. Yervat).
Mineurs.
Een detachement van één officier en 20 mineurs.
Geneeskundige Dienst.
Ambulance onder den officier van gezondheid 1° klasse F. de Boer,
met 15 man liospitaalpersoneel en 20 tandoes.