425 Toen wij voor die hoogte kwamen, opende de vijand een oorver- doovend vuur uit alle punten. Lang dralen was niet wensckelijk. Ik bevond mij met Moliinger aan het uiteinde van Lamcira en nam het besluit om den aanval stoutweg door te zetten. Ik riep Janitz toe, op de hoogte bij de tamarindeboomen aan te marcheeren, en Moliingerop de versterking te attaqueeren. Andermaal deed ik het stormsignaal geven en andermaal werd de aanval gedaan met een geestdrift en eene doodsverachting, 'die niet te beschrijven zijn. Een sergeant der Mineurs stormde mede met een revolver in de eene en eene ellemaat in de andere hand. De stormaanval kostte mijne kompagnie gelukkig niet meer dan 3 gewonden. Later kwamen er echter nog meerzoodat 's avonds het aantal dooden en gewonden te zamen niet minder dan 32 bedroeg, indien ik mij ten minste niet vergis. Het was toen 9 uur 's morgens. Ik zond per bereden ordonnance bericht aan den kolonnekommandant en bleef in afwachting van nadere orders met 3 sectiën in de versterking en met 3 sectiën op de andere hoogte. Yan alle kanten kwam het vuur des vijands en het was daarom zaak, zich zoo veel mogelijk daartegen te dekken. Tegen half tien ure kwam de 3e kompagnie onder kommando van den Kapitein F. H. Schoemaker ter versterking. Ik droeg dien officier op, positie te nemen op de hoogte en trok de geheele 2e kom pagnie nu te zamen in de versterking. Inmiddels rukte de geheele kolonne op ook de 2e kolonne deed dit zoodat ten half twaalf uur beide kolonnes daar waren. In het officieel verslag wordt dit als volgt vermeld De 2° kolonnedie ten 6 ure Yan Anagaloeëng afgemarcheerd was vereenigde zich ten lij- ure 's voormiddags met de le kolonne te Tjot Basatoei, waar door beide kolonnes het bivak werd betrokken. De vijand bleef in de voorliggende kampongranden in zoo grooten getale verzameld en onderhield zulk een werkzaam vuurdat het noodig was, hem daaruit te verdrijven. De 2e kompagnie van het 2C bataillon verjoeg den vijand uit kampong Djamhoe en drie andere kompagniën (de 3e en 4e van het 11" en de 4e van het 5e bataillon) namen kampong Lingamwaar binnen eene verster king lag. Door de vermeestering dezer beide kampongs werd het vijan delijk vuur tot zwijgen gebragt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 433