428 - eene drooge sawah de geheele trein verzameld werd met 2i kompagnie als dekking. Hierdoor kwamen 3 kompagniën van liet 5e bataillon beschikbaar, die dadelijk naar Gleli Kambing oprukten. De sectie artillerie op dien heu vel werd versterkt met nog eene sectie, terwijl een peloton infanterie langs de Noordzijde van den heuvel naar de rivier en 3 kompagniën van het 5e bataillon langs de Zuidzijde naar de waadbare plaats gezonden werden. Al deze bewegingen werden zeer bemoeijelijkt door het hevige vuur uit de missigit. Door de beide sectiën artillerie en alle infanterie werd nu een hevig vuur op de missigit geopend. Intusschen zou de 5de kompagnie van het 5e bataillon trachten, de ri vier over te gaan. Aan de waadbare plaats gekomen, bemerkte zij tot hare teleurstelling, dat er bandjir was. De Atjehsche gids Si Pasei bood zich nu aan, om de rivier over te zwemmen en aan de overzijde een huis in brand te steken, waarop volgens zijne meening de missigit door den vijand zou verlaten worden. Met lucifers op het hoofd gebonden, zwom hij de rivier over, gevolgd door vier Boeginesche soldaten, en stak een huis in brand, op ongeveer 300 passen van de missigit, een en ander onder het vuur des vijands. Het gelukte nu aan de luitenants J. H. Schwab en J. J. Verlinden met een SOtal Boeginesche soldaten (vrijwilligers, die zich al vroeger hadden beschikbaar gesteldmet hunne wapens de rivier over te zwem men en de missigit Indrapoeri, die door den vijand verlaten was, te bezetten. In den loop van den middag gingen meerdere troepen de rivier over, totdat 2 kompagniën van het 5e bataillon de missigit bezet hadden. De twee andere kompagniën van het 5° bataillon met de vivres zou den volgen, zoodra het water gezakt zou zijn. Aan de 2e kolonne werd overgelaten, de bezetting van Gleli Kambing en van den linkeroever in het algemeen. Eerst ten 6 ure 's namiddags was alles afgeloopen. Heden (26 Maart) meldde zich bij de kolonnes aan Toekoe Bintang van Indrapoeriten einde zich aan het Neder- landsch-Indisch gouvernement te onderwerpen. Met eenige volgelingen werd hij naar het hoofdkwartier opgezonden alwaar hij ten 1 ure 's namiddags aankwam. Dit gedeelte van het rapport is duidelijkerwij kunnenten minste met de kaart vóór onsde bewegingen meer volgen. In de hierbij gevoegde schets No. 3 heb ik de stelling der troepen aange geven zooals die was van half tot 2 uur.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 436