441
Ticeede slaglinie of speciale reserve.
Berde slaghme of algemeene reserve. Eene brigade, die bestemd
is tot liet voeren van een offensief gevecht, bevindt zich of in
marschformatie of in rendez-vous-formatie. In het eerste geval ont
wikkelen zich de bataljons, voor de le slaglinie bestemd, gaandeweg
uit de gevechtscolonne (Linieschool, 13.) naast het voorhoedeba
taljon. In het tweede geval geschiedt de ontwikkeling dier bataljons
uit de gesloten opstelling of rendef-vous-formatie (Linieschool, 7.)
hetzij allen gelijktijdig, hetzij trapsgewijze in echelons (Linieschool,
18.)
Eene brigade, wier vooraf aangewezen taak het verdedigen eener
stelling mocht zijn, zal in den regel achter die stelling in bivak of
kanfonnement geconcentreerd zijn en uit de alarmplaats naar de ver
schillende deelen der stelling opmarcheeren.
Daarentegen zullen bij eene rencontre beide partijen zich uit de
marschformatie tot de gevechtsformatie moeten ontwikkelen.
Steeds komt er dus een moment, waarop de brigade hare normale
frontuitbreiding en hare normale diepte verkregen heeft. Dit mo
ment schijnt de Linieschool in hare S te hebben willen voorstellen
en opdie formatie hebben dan 55, 58, 59 en 60 der „Tirailleur-
school" betrekking. Wij zullen derhalve onderzoeken, welke nor
male frontbreedte en diepte uit die paragrafen afgeleid kunnen wor
den.
Zoowel 8 der Linieschool als 95 der Bataljonsschool onder
stellen nog bataljons van zes compagnieën. Hiervan zijn er twee
voor het front „gereed om met de helft harer sterkte het versprei
de gevecht te openen, de eene sectie bestemd voor de tirailleurlinie,
de andere voor haar soutien." De vier andere compagnieën staan
in compagniescolonnes aaneengesloten naast elkander. Aldus opge
steld, bracht het bataljon der voorste slaglinie slechts T'T, en de
geheele brigade slechts 2»T der vuurwapens in werking tot inleiding
van liet gevecht. Men zal ons toestemmen, dat dit ouderwetsch is°
Sedert ^zijn de bataljons op 4 compagnieën gebracht, en bepaalt
de 50 dei „Tirailleurschool", dat van de twee compagnieën vóór
het front de eene „en tirailleur" en de andere „en soutien" wordt
opgelost, of wel: dat elk der beide compagnieën één peloton al?