446 - te kunnen voldoen, acht de Generaal het noodig, dat men zoo spoe dig mogelijk de helft dei' strijdkrachten in werking bre gt, en ver krijgt hij dit door 4 bataljons der brigade in de voorste slaglinie en 2 bataljons in de tweede als speciale reserven te plaatsen; van elk bataljon der voorste of gevechtslinie worden 3 compagnieën ontwik keld en 1 in reserve gehouden; dus zijn 12 compagnieën tot het voeren van het vuurgevecht gereed4 comp. volgen als bataljonsreserven en 8 comp, als brigade-reserve. De algemeene reserve (3° slaglinie) behoort iu het stelsel van den Generaal niet tot de brigade. Zij staat rechtstreeks ter beschikking van den commandant van het legerkorps; zoo noodig van dien der divisie. Yan een legerkorps van 4 brigades wil de Generaal er drie in gevecht brengen en ééne brigade als algemeene reserve disponibel houden. Het gebruik dier algemeene reserve behoort volgens hem tot het gebied der strategie. Als nor male frontuitbreiding van zulk een legerkorps stelt hij 6240 M. vast; de sterkte aan Infanterie bedraagt 19200 man; derhalve zijn 3 man per strekkenden meter beschikbaar. "Wanneer wij de gevechtsstelling van 8 der Linieschool, zelfs in verband met de wijzigingen der „Tirailleurschool," aan de grond beginselen dezer groote tactici toetsen, zien wij dat zij niet meer aan de eischen der nieuwere tactiek voldoet. Zij is nog te veel gebaseerd op de vroegere vechtwijze, waarbij de tirailleurlinie, slechts het ge vecht van gesloten afdeelingen moest inleiden en maskeeren. Indien van elk der 3 bataljons uit de voorste linie slechts twee compagnieën tot het verspreide gevecht worden bestemd, blijven 6 compagnieën van de voorste en 12 comp. van de achterste linie in gesloten orde; slechts -j- der sterkte voert dan het voorbereidend gevecht. Toch wordt in 26 dier school het gevecht in verspreide orde op ruime schaal aanbevolen. Yoor eene brigade van 6 bataljons, die geheel zelfstandig moet optreden, zouden wij als normale gevechtsformatie aannemen: 3 bataljons in de le slaglinie, gevechtslinie; 1 bataljon in de 2e speciale reserve; 2 bataljons in de 3! algemeene reserve. Elk bataljon der gevechtslinie ontwikkelt 3 compagnieën tot het verspreide gevecht en houdt 1 compagnie als bataljonsreserve. De

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 454