448 elk overblijvende plaats genoeg om in liet beslissend oogenblik zijn wapen te gebruiken. Wij twijfelen niet, of vele lezers zullen zich met deze bejde ge- vechtsformatiën wel kunnen vereenigen. Hare voordeelen boven die der Linieschool komen duidelijk uit; de zelfstandigheid der compagnie in het gevecht wordt zooveel mogelijk gehandhaafd; het dooreenge- raken van verschillende compagnieën zoolang mogelijk tegengehouden elk bataljon heeft zijn bepaald aangewezen deel van het gevechts front, en put uit eigen reserve; de 2e slaglinie staat onder denzelfden bevelhebber als de le en vormt een tactisch geheel. Moeilijker is het ons gevallen, eene normale gevechtsformatie te ontwerpen voor eene brigade van 3 of 4 bataljonsdie geheel zelf standig eene opdracht te vervullen heeft, en daartoe een beslissend gevecht voeren moet Yoor beiderlei sterkte eene zelfde formatie vast te stellen, bleek ons niet mogelijk, omdat wij 3,5 man per strekkenden meter als minimum van gevechtskracht wenschen te be palen. Yoor eene brigade van 3 bataljons zullen wij in de lc en 2e slaglinie per bataljon eene zoogenaamde flankformatie aannemendie bij het Engelsche leger officieel is, (Zie: I. M. T. 1879, afl. 7, bladz. 22) en ook in het Duitsclie leger bekend schijnt. (Zie: Lehrbuch der Taktik von Meckel. 1874, pag. 101.) Wij stellen dan voor: 1°. Gevechtsformatie voor eene zelfstandige brigade van 3 batal jons. (Fig- III.) Twee bataljons in flank formatie] dat is: Yan elk bataljon twee compagnieëntot het verspreide gevecht ontwikkeldwaarachter êêne compagnie als bataljonsreserve volgt, terwijl van elk bataljon ééne compagnie als gardeflanc of speciale reserve achter den buitenvleugel in de 2e slaglinie wordt opgesteld. Een bataljon als algemeene reserve neemt in de 33 slaglinie plaats. Op deze wijze strjjden 6 compagnieën der sterkte) in het front; 2 compagnieën Q- der sterkte) blijven als speciale, 4 compagnieën der sterkte) als algemeene reserve beschikbaar. De troepen der 2° slaglinie belmoren tot hetzelfde tactisch lichaam als die der le, waarachter ze staan. Het gevechts- front bedraagt 360 M.; de sterkte is 1440 man; dus zijn 4 man per strekkenden meter beschikbaar. Na -fg verlies kunnen de 3 compagnieën der gevechtslinie reeds arm aan arm staan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 456