464 accidenteerd zal zijn dan liet terrein, waarop zich onze Inlandsche vijand bij voorkeur beweegt, ligt daarin reeds het verschil tusschen beide soorten van tactiek. Maar dit is niet het eenige. Ook dq ge- rechtsvormenenz. van en tegen den buitenlandschen vijand moeten, ook als gevolg van het verschil van terrein, geheel anders zijn dan die van en tegen den inlandschen vijand. De inlandsche tactiek kan de Indische officier, theoretisch onderlegd, laugs practischen weg loe ren, waartoe hij ruimschoots in de gelegenheid wordt gesteld; maai de buitenlandsche tactiek nietdeze moet hij langs theoretischen weg leeren en toepassen en is veel moeilijker. Op de kennis daarvan komt alles aanentre la défaite et la victoire il v a un empireWat wordt er gedaan om die kennis machtig te worden? Bitter weinig; laat ons dit eerlijk bekennen. De oorzaken daarvan behoeven wij niet op te sporen. Laten wij slechts het feit erkennen en trachten, op den goeden weg te komen. We erkennen de noodzakelijkheid van een stelsel van verdediging tegen een buitenlandschen vijand, maar we doen zeer weinig aan de tactiek om dien vijand mocht hij ko men - - te dwingen, de kolonie zoo spoedig mogelijk te verlaten. Niet genoeg kan het dus herhaald worden, dat wie zich in Indië met de kennis der Inlanclsclie tactiek tevreden stelt, op een dwaal spoor is. 't Is een zeer groot onderscheid of in Indië een verdedi gende oorlog tegen een Europeeschen of een aanvallende oorlog tegen een Inlandschen vijand gevoerd wordt. We deden het verschil tus schen beide soorten van tactiek alleen uitkomen in het terrein en de rechtwijze gevecktsvormenmaar we spraken niet eens over de sterkte en organisatiede bewapening, uitrusting en verplegingof andere factoren, die op de tactiek van zoo grooten invloed zijn. Het zijn die factoren, welke ons eene vechtwijze tegen den Inlandschen vijand hebben voorgeschreven en ons ook moeten leeren, hoe wij den Europeeschen vijand in Indië moeten bestrijden. Ondervinding van het laatste bezitten wij evenmin als de officieren van het Ne- derlandsche leger. Toch hebben wij veel voor boven hen. Hooren wij slechts wat een Belgisch Generaal, die in Nederlandsch-Indië, in den rang van onderofficier, tweeden en eersten luitenant der Cavalerie, een schitterend aandeel heeft genomen in de oorlogen op Celebes en Javaonder de Generaals Van Geen en De Koeken later onder den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 472