472 niet reeds in liet geval zouden verkeeren, dat de tegenpartij Ons overtrof met zijne bewapening, en daarvan niet liet gevolg zoude kunnen zijn, dat wij weder lials over kop terugkwamen, uitroepende, dat men den vijand niet eens te zien kreegomdat hij reeds op grooten afstand was beginnen te vuren, zoodat wij alzoo op nieuw zouden moeten beginnen, na eerst beter uitgerust te zijn geworden. „Les feux a grande portee sont avant tout des feux de positionsvin den wij in het „Journal des sciences militaires" over Augustus 1879. En nu zullen wijdie hier in den Indischen archipel zooveel kleine posten te verdedigen hebbenen bij onze aanvallende oorlogen verplicht zijn meer dan elders, bepaalde punten te versterken, ons van een krachtig verdedigingsmiddel gaan berooven, door vrijwillig ons wapen te verknoeien want geen anderen naam kan men geven aan eene dergelijke ver andering, als door den schrijver van het aangehaalde opstel gewenscht wordt. "W ij vinden daarom in het bovenstaande aanleidingde navolgende vragen te doen: 1° Of het Opperbestuur er nu ook in Indië toe zal overgaanaan de achterlaadgeweren nog zoodanige verbeteringen te doen aanbrengen om het Indische leger in staat te stellen, zijne eervolle taak voortdurend naar eisch te kunnen vervullen, en niet (zooals b. v. bij de le Atjehsche ex peditie) door minder goede bewapening in nadeeliger toestand te doen verkeeren dan de tegenpartij, die ten allen zijde een belangrijken factor in zijn voordeel heeft, d. i. de overmacht. 2' Of het niet tijd wordt, dat ook het Indische leger zijne Schietschool krijgt, ten einde de kennis der.wapenen in het leger gelijken tred te doen houden met den vooruitgang op dat gebied, en eene kern van officieren te vormendie het geleerde op den soldaat overplanten, opdat hot onderwijs in de schiet oefeningen meer vruchtdragend worde. 33 Of men er niet aan denkt, de oefeningen mot Flobert-patronen eindelijk bij het leger in te voeren en alzoo de opleiding tot goede schutters voor te bereiden. Dit zijn de vragen, waartoe onze ondervinding ons gebracht heeft. Yv ij zouden wenschen, do oorzaken van het slechte schieten weg te nemen, door het onderwijs met meer zorg en vrucht te doen plaats hebbenen hebben daarom nagegaan wat, naar onze bescheiden meening, moest ge schieden. Omdat er op het oogenblik slecht geschoten wordt en de in fanterist geen oordeelkundig gebruik gemaakt heeft van zijn wapen, is dit voor ons geene reden om het minder deugdelijk te maken. Zal men

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 480