484
vlugge begrip mist; indien hij, op bekomen last daartoe, in plaats van
onmiddelijk handelend op te treden, eerst gaat zien en nog eens zien, dan
laadt liij den schijn van weifeling op zich, dan is hij reeds geen cavalerie-
officier. Ik heb gezien, zegt Lahure, wat de gevolgen zijn van de be
sluiteloosheid van een aanvoerder. Vooral bij de Cavalerie moet de of
ficierde aanvoerdervan welken rang hij ook zij, die aangeboren gave
bezitten om te commandeeren. Bezit hij die nietdan zal zijne tegen
woordigheid vóór den troep niet anders dan een langdurig martelaarschap
voor hem en den troepen voor de krijgstucht een aanhoudend gevaar
zijn. Bezit hij daarentegen de sympathie van den troep, is hij goed
ruiter, heeft hij een besluitvaardig karakter, dan zal hij door zijne be
zieling, zijne manieren, zijne waardigheid en zijne wijze van handelen
en spreken den soldaat voor zich innemen en hem electriseeren. Meer
dan bij eenig ander wapen geldt het vooral bij de Cavalerie: zooals de
chef is, is ook de troep. De eigenschappen, die hij in den oorlog too-
nen moet te bezitten, zijn in zekere opzichten gelijk aan die, welke hij
in vredestijd getoond heeft te hebben; want het zijn deze eigenschap
pen, welke de andere voorspellen. De zekerheid en vaardigheid van
uitvoering kunnen onder de kostbaarste gerangschikt worden; want deze
vloeien uit het karakter van den persoon voort. Hij, die geboren is om
te laveerenen zich steeds zoekt te dekkenis niet in de wieg gelegd
om Cavalerie te commandeeren. Eene vlugge beslissing en eene be
leidvolle uitvoering bij eene ontvangen opdracht zijn natuurlijke gaven,
die door de ondervinding ontwikkeld kunnen worden, maar die deze niet
scheppen kan in hem, die ze mist. De officier, die deze eigenschappen
bezit, heeft kostbare talenten, wanneer hij den oorlog, vooral in subalterne
rangen, heeft leeren kennen; want zelden zal men hem dan later, in wel
ke netelige kwestie ook, weifelend zien. Eene der grootste eigenschap
pen van een cavalerieaanvoerder is wellicht veel meer in vredestijd
dan te velde dat hij weet te imponeeren. Het onderricht toch onzer
ruiters vordert zeer zwaar werk. Zal liunne opleiding wezenlijke waar
de hebben, dan moeten zij, die daarmede belast zijn, dat werk kunnen
volhouden in physieken en moreelen zin. Onder hen nu, die met dat
werk belast zijn, vindt men er natuurlijk van zekeren leeftijd of van een
minder actief of liever passief karakter, wien dit leven vol werkdadig-
heid tegen staat en die liever de genietingen van een gemakkelijk leven
wenschen. Zij zijn het dan, van wrie passieve tegenwerking ondervon
den wordt bij al het goede, dat men wil, en wiens consequente hande
lingen niet alleen volstrekt nadeelig zijn voor de krijgstucht in de eer-