- 485 ste plaats, maar ook voor clieu geest, die een der voornaamste elemen ten van kracht bij de Cavalerie uitmaakt en entrain wordt genoemd. "Wat volgt hieruit? Dat dit wapen wil het niet in verval komen gecommandeerd en geoefend moet worden door iemand met een ijzeren wil, die de critiek kan doen zwijgen en zijne denkbeelden boven die van alle anderen kan stellen. Welke denkbeelden Generaal Lahure omtrent de opleiding en oefeniug der Cavalerie aankleeft, moge uit het volgende blijken. Iiij put die denkbeelden uit hetgeen hij bij zijne charges in Iiidië gezien en onder vonden heeft. Let wel in Indiê! Dat is van beteekeniswant in de Ne- derlandsche werken over tactiek b. v. den derden druk van De Vla- ming,s werk wordt Indische ondervinding totaal genegeerd. Dat schijnt te min te zijn voor een leger, dat zich "tegen Duitscliland verdedigen wil, doch niet te min voor een Belgisch Generaal, die oorlogservaring heeft. Of zou het iets anders zijn? In 1871 heette het, nadat de gran de nation eene gevoelige les had gekregen: „Les troupes d'Afrique sont une plaie; ils ont corrompu le reste de l'armeé (francaise) sous le rap port de la discipline." Trochu zelf had tot dat begrip aanleiding gege ven. Maar de menigte verwarde oorzaak met gevolg. Wat zegt La hure, die zelf den oorlog in Algerië heeft medegemaakt „J'ai entendu souvent répéter cette absurdité, que la guerre d'Afrique avait été une détestable école pour l'armeé frangaise. Rien n'est plus faux. Aussi longtemps qu'on a bien fait la guerre en Afrique, l'éeole a été bonne, et j'ai vu par moi-même se former la les généraux de Crimée, les soldats d'Italie. Ce qui est vrai, mallieureusement, c'est qu'en de cer- taiues années on a laissé s'introduire dans l'armée d'Afrique un peu d'imprévoyance ainsi que l'oubli du métier et des principes immuablcs qui doivent le régir; l'armeé francaise y a eontracté alors de mauvaises habitudes; de mauvaises traditions se sont substituées aux bonnes. Loin d'accuser le genre de guerre en Afrique d'avoir faussé les idéés de l'armée, affirmons done que c'est elle qui parfois s'est laissée aller, chefs et soldats, a y faire campagne avec négligence, insousianceelle a désappris, la oil d'autros auraient su continuer a se faire la main, a étendre leurs connaissances et fortifier leur expériencemallieureusement, le gouvernement francais n'a pas réag-i en temps opportun contre eet abandon funeste." Zijn de laatste woorden soms van toepassing op de liedendaagsche Indische Cavalerie Heeft de niet deskundige, die het besluit tot hare reductie provoceerde en daarmede jaarlijks de Indische legerbegrooting

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 493