498 nietdat het gebruik yan cavalerietirailleurs te voet voor de ruiterij een geheel exceptioneele en geen regelmatige en grondvorm van aanval en gevecht is. Dat eene te voet strijdende tirailleurlinie van ruiters ook afgestegen soutiens en reserve zoude moeten hebben, kan, volgens de ondervinding van Generaal Lahurebepaaldelijk ontkend worden. Men heeft er, integendeel, belang bij om in de vurende linie over alle ruiters zonder uitzondering, te beschikken, die men heeft laten afstijgen, ten einde in die linie het maximum aantal karabijnen te kunnen brengen omdat men juist, door van de kracht van het vuur zekere voordeelen te behalen, er toe besluit, oogenblikkelijk een gedeelte der ruiters te laten afstijgen en den troep te splitsen. Het vormen van groote tirailleurliniën is voor de Infanterie een zeer gewichtig, zoo niet het beste tactisch beginsel. De soutiens en de reserves zijn daarbij voor dit wapen, zoowel bij den aanval als de verdediging, onmisbaar. Yoor eene te voet strijdende ruiterij zijn die voorwaarden geheel anders; hare taak bestaat in het oogenblikkelijk (voorloopig) behouden van een gewichtig punt, dat zij na een snellen gang, een stouten rit, heeft kunnen bereikenen waarvan zij het bezit aan de haar volgende Infanterie wenscht te verzekeren. Immers, wordt men genoodzaakt, de stelling te verlaten, dan kan of mag de terugtocht niet plaats hebben volgens de daarbij voor de Infanterie vastgestelde regels, maar verzekert men alle achterwaartsche bewegingen zoo doelmatig mogelijk door den geheelen troep te laten opstijgen. In den IncLischen oorlog zal de voornaamste taak der Cavalerie zijn het verrichten van kondschaps- en veiligheidsdienst in den meest rui men zin van het woord. Yooral bij een oorlog tegen een buitenland- schen vijand. In welke beteekenis eene Europeesche Cavalerie die taak heeft opgevat, blijkt uit de geschiedenis van den oorlog van 1870 1871. Napoléon III was het, die de Pruisische ruiterij voor zijn leger een rideau impenetrable noemde. Het is echter eene zeer moeilijke taak voor de Cavalerie om een rideau te vormen. Ook dit heeft de Generaal Lahure uit zijne Indische ondervinding geleerd. Zij heeft hem doen zien, „que les meil- leurs rideaux de cavalerie sont ceux dont les fractions et les soutiens successifs demeurent compacts, ne détachant que le nombre d'éclaireurs strictement nécessaire. Ces rideaux ont l'avantage de pouvoir percer plus facilement les forces ennemies et de ne point se laisser déborder ou entamer par ellos." De ruiters, die men vooruit zendt om te onder zoehen.moeten uitgelezen mannen zijn, die goed kunnen ziengoed kun nen verkennenen de eigenschappen bezitten, die aan deze taak onaf scheidelijk verbonden zijn. Niet alle ruiters zijn daarvoor geschikt. Yoor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 506