505
keerd, genoemd; en onwillekeurig denkt men aan de sat yre in het triomf
lied dor beschaving van de Nederlandsche dichteres
Negentiende eeuw! ach! uw zang was een logen,
't Masker valt af en outgoochling is 't end
Kroonde u Gods almacht met wondervermogen
Gij heht uw heilige roeping miskend
Logen en spot is de lof, waar ge om bedelt,
Hol is uw woord, uw vooruitgang is schijn;
De eeuw, die den mensch niet in waarheid veredelt,
Kan ons hot beeld der beschaving niet zijn.
Niet het beschavings-argument zullen wij bestrijden, dat bij zekere par
tij tot rechtvaardiging van den ontijdig en onvoorbereid ondernomen Atjeh-
schen oorlog moest dienen; wij bestrijden alleen de houding der Neder
landsche regeering,- die, tot nadeel der tuclit in het Indische leger, het
uit dien oorlog geboren rampzalig twistgeschrijf niet wenscht te beperken
door publiceering van al de op dien krijg betrekking hebbende offieieele
stukkenvoor zoo verre deze kunnen dienen tot beantwoording der vraag,
wie gelijk en wie ongelijk heeft. Niet, dat daardoor dadelijk een einde
aan het parlementair gevecht zal komen geenszinsmaar er zal zich eene
derde partij vormen welke als scheidsrechter zal optreden en de geschie
denis van Nederlandsch-Indië zal eenige onwaarheden minder tellen ente
hoek gesteld, kunnen dienen tot betere waardeering van de mannen van
ware verdienste en tot brandmerking van gewetenlooze eerzuchtigen. De
tegenwoordige Minister van Koloniën opende bij de jongste Indische be
grooting het uitzichtdat die stukken eerlang gepubliceerd zouden wor
den, maar toen het later bleek, dat die belofte zeer rekbaar wasdreigde
de oud-Minister Fransen van de Putte hem met eene interpellatie in de
maand Februari dezes jaars; doch op woorden volgden geene daden. En
zoo blijft het voor het gros van het publiek moeilijk, na te gaan of de
Generaal Van Smeten in zijne „Waarheid omtrent onze vestiging in Atjeli"
altijd de waarheid getrouw is gebleven. "Was het Boreldie den Generaal
eindelijk deed besluiten, zijne als sacro-sanct gestempelde beschouwingen
don volke te verkondigendoor dat geschrift werd Generaal Verspijck
gedwongen, zijn aanvaller af te slaan.
En ivellc een aanvaller? Geen anonymus met een ondoordringbaar
masker, geen onbevoegde tot oordeelen, geen dagblad- of brochureschrij
ver, geen voormalige ondergeschikte volgens de militaire hiërarchie, ten
aanzien van wie een sacramenteel stilzwijgen volkomen met de waar
digheid van den aangevallene zoude strooken, maar een Generaalde