510 hem de bijzondere aandacht van het legerbestuur was gevallen. Geen wonder, dat, toen de Bandjermasinsche opstand in 1859 was uitgebroken en do zending derwaarts van den Kolonel der Infanterie Andresen als gouvernements-commissaris en militaire commandant tot geen afdoend resultaat had geleid, de toenmalige Legercommandant, Luitenant-Generaal Van Swieten, den Gouverneur-Generaal voorstelde, den Kapitein Verspijck tot Majoor te bevorderen en als commandant der expeditionaire troepen macht en resident van Bandjermasin naar de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo te zenden. Daar mocht hij de kracht van den opstand breken en den hoofdopstandeling Hidaijat in zijne handen krijgen. Was hij voor zijne verdiensten ter Wester af deeling met de Militaire Willemsorde gedecoreerd, voor zijne verrichtingen in de Zuider-en Oosterafdeeling, waar hij langzamerhand eene troepenmacht van 4000 man commandeerde, verwierf hij de 3e klasse dier orde en werd hij bij keuze bevorderd tot Luitenant-Kolonel. Na vier jaren te velde te zijn geweest, zag liij zich genoodzaakt, ten gevolge van eene minder aangename bejegening van de toenmalige Indische regeering, zijne overplaatsing aan te vragen. Toen eenigen tijd later de betrekking van Kolonel, chef van den Generalen staf open kwam, bracht de toenmalige Legercommandant, Luitenant-Ge neraal Andresenhem daarvoor in aanmerking. Men zegt met neven bedoelingen. De verhouding tussclien beiden is zeker nooit eene aange name geweest; wellicht ten gevolge van hetgeen in 1859 was gebeurd. De Kolonel Verspijclc heeft toen moeilijke tijden doorgeworsteld; hij had de terughoudendheid van Generaal Andresen te overwinnen, en zijn voor ganger was de Kolonel Flugi van Aspermondt; daarmede is alles gezegd. Toen de Generaal Andresen in 1869 als Legercommandant aftrad, moet de toenmalige Minister van Koloniën E. De Waal aan den Kolonel Verspijck hebben gedacht, doch zeker invloedrijk persoon wist te betoogen, dat hij voor die betrekking nog te jong was! De Generaal-Majoor titulair Kroesengepensioneerd Lid van den Raad van Indiê, was de uitverkorene. Niet lang daarna werd de Kolonel Verspijckmet voorbijgang van den Kolonel Flugi van Aspermondt, tot Generaal-Majoor bevorderd eene daad van den Minister De Waal, die Generaal Verspijck zelf betreurd heeft. De verhouding tusschen de Generaals Ilroesen en Verspijck was stroef. Als chef der IIe afdeeling van het Departement van Oorlog heeft de laatste daardoor geene aangename dagen gekend; doch dit nam niet weg, dat van af het oogenblik, dat de Generaal-Majoor Whitton zich in 1870 met verlof naar Nederland begaf, Kroesen steeds onbewimpeld aan Ver spijck heeft laten blijken, dat hij de aanstaande Legercommandant zoude

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 518