511 zijn. Doch dit gebeurde zoo niet. Toen Kroesen in 1873 aftrad, werd Generaal Whitton in zijne plaats benoemd. Wat tot die veranderde zienswijze aanleiding heeft gegeven, is alleen in sommige hooge kringen bekend. Bataviasche commérages van die dagen wisten de oorzaken°er van haarfijn te vertellen; doch wij houden ons daarmede niet op. Zeker is het, dat er zich toen ten gevolge daarvan tusschen die twee eerstge noemde opperofficieren eene duidelijke verwijdering openbaarde, die velen na eene andere gebeurtenis, maar onjuist, voorspeld hebben. Toen tijdens het legercommando van Generaal Kroesen het eerste tiental officieren van het Indische leger met de orde van den Nederlandschen Leeuw gedecoreerd werd, verwonderde het velen, dat daarbij de naam van Generaal Verspijck niet voorkwam. Zoude de oud-Minister van Koloniën E. De Waal hierop doelen, als hij op bldz. 163 van deel II zijner „Indische financiën," over de „verscheidene Indische officieren" sprekende, die tijdens zijn bestuur tot ridders van die orde zijn benoemd, „o. a. een tiental op één dag," daarvan m eene noot zegt: „Verre van hierop te bogen, denk ik aan sommige ter mijner verantwoording komende (Leeuwen) ridderbenoe- mingen niet zonder huivering. Zeker is 't een wezenlijk voorrecht van t ministerschap, verdienstelijke medeburgers deze zoo gewaardeerde onderscheiding te kunnen doen deelachtig worden. Doch ook die me daille heeft hare keerzijde. Ik werd dit spoedig gewaar bij de benoe ming van het bovenbedoelde tiental: een der verdienstelijkste hoofd officieren bleek bij de gaaf ingewilligde Indische voordracht overgeslagen." Op den volgenden Koningsverjaadag was Generaal Verspijck ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. In Maart 1873 legde Ge neraal Kroesen het legercommando neder en toen hij in het vaderland teruggekeerd was, kwamen hem de ongunstige berichten omtrent de eerste Atjehsche expeditie ter ooren. Den 17 April werd de Generaal Verspijck, na het sneuvelen van Generaal Kohiertot opperbevelheb ber der le Atjehsche expeditie benoemd. Toen deze gestaakt moest worden, werd hij met de organisatie der 2e belast en door den Gouver neur-Generaal Loudon aangewezen om daarbij als opperbevelhebber op te treden. In eene conferentie, die de Generaal Kroesen met den Minister van Koloniën Fransen van de Putte had, moet de kwestie besproken zijn van dat opperbevelhebberschap. Als zijn advies gaf toen die Gene raal te kennen, dat de Generaal Van Sivieten (voor wien hij vroeger anders zoo veel sympathie niet had gekoesterd; de officieren, die van 1869 1873 bij het departement van Oorlog hebben gewerkt, zagen er de bewijzen van) boven den Generaal Verspijck te verkiezen was. Yan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 519