54- °/o, noodig circa f 1.680.000. Waarschijnlijk dacht de Commis sie van 1838 dus in de eerste plaats aan het bijeenbrengen van een kapitaal, voldoende voor het verzekeren der toekomst van een aantal weduwen, als toen aanwezig wasnoemde zijals daar toe noodig, eene som van f 1.700.000, en wenschte de Regeering in 1S60 niet over te gaan tot het verminderen der contributiën, looi dat ten minste dat kapitaal was bijeengebracht. Is dit waar, dan heeft zij vóór alles willen verhoeden, dat een toestand, zoo als die van af 1825, zou terugkeeren, en is zij uitgegaan van het denk beeld, dat, ten einde dat te verhoeden, moest gezorgd worden voor liet bijeenbrengen eenor reserve, groot genoeg om de gebenificeer- den, ook in het denkbare geval, dat de bijdragen niet meer zouden vloeien tot dat alle aanspraken zouden zijn vervallen, te kunnen blijven betalen De beschuldiging, door David uitgebracht te gen de ontwerpers van het reglement van 1841, is derhalve min der billijk. In 185b werden de voorschriften betrekkelijk de huwelijken der officieren in vrijgevigen zin gewijzigd, en in 1855 was dit weder het geval. Dat het aantal huwelijken daardoor aanmerkelijk toe nam, bleek spoedig. In het tweejarig tijdvak, eindigende ultimo Maart 1855, werden per jaar gemiddeld 40, van en met 1856 t/m 60 gemiddeld 60, v/m 61 t/m 65 gemiddeld 70 huwelijken geslo ten; terwijl in het voorafgegane 10 jarig tijdvak, v/m 1843 t/m 1852, dat aantal slechts 30 per jaar bedroeg. Niet alleen het aantal huwelijken nam toeook dat der weduwen en kinderen begon aan te groeien. Yan 200 op den 1 Januari 1842 was dit op den 1 Januari I860 tot 251 gestegendus eene vermeer dering van 51 weduwen in 17 jaren, terwijl de grootste vermeerdering dagteekende van den laatsten tijd. Blijkbaar was een reservekapitaal van f 1.700.000 niet meer vol doende voor het doel, dat de Commissie van 1838 zich voorstelde te bereiken. Mot het oog op de toekomst moesten nieuwe voorzor- Ten gevolge van de strengere handhaving der bepalingen op de huwelijken be hoefde in 1838 op geene aanmerkelijke toeneming van het aantal weduwen te wor den gerekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 539