533 aan te wenden tot het nakomen der verplichtingen van vroegere dagteekening, kan toch niet geleverd worden. Reeds jaren geleden, in 1872, werd dan ook gewezen op de mogelijkheid, dat het fonds te eeniger tijd zou worden opgeheven om te betoogen, dat het naai de letter handhaven van het besluit van 1862voorschrijvende vermindering der gewone contributie voor een volgend jaar, naar mate van het grootere of kleinere overschot, aan te wijzen door de kasrekening van een vorig jaar, noch in het belang der contribuanten, noch in dat der gebenificeerden was. Maar behalve het oprichten van een nieuw fonds, zijn er nog andere kansen, waarmede, wanneer er sprake is van de opheffing van het te genwoordige fonds, dient te worden rekening gehouden. Immers, hoe weinig denkbaar ook, bestaat toch de mogelijkheid, dat onze 0. I. bezittingen in handen eener andere mogendheid komen. Wat dan, wanneer een opvolgend bestuur het fonds, zoo als het is, wel wil eerbiedigen als het eigendom der officieren van het vroegere leger, maar zich niet verantwoordelijk wil stellen voor de tekorten, die, bij het ontbreken eener behoorlijke reserve in zoodanig geval waarschijn lijk zullen bestaan? Of wel, ook dat is mogelijk, Nederland wil zijne bezittingen in den Indischen archipel beperken tot b. v. .Java en Su matra, en eene reorganisatie van het leger, leidende tot eene mindere sterkte van het officierskorps is daarvan het gevolg. Zal dan de betaling der pensioenen en onderstanden, toegelegd in gunstiger tijden, geen hoofdelijken omslag vereischen, te zwaar om te worden gedragen Trouwens ook afgescheiden van de kansen van opheffing of in krimping behoort bij een fonds als het besprokene te worden ge zorgd voor een reservekapitaal.AVordt dit niet gedaan, dan heeft men, breken de kwade jaren aan, geen ander redmiddel dan verhoo ging der contributiën. Is dat echter de eenige bron, waaruit dan kan worden geput, dan zullen de lasten der contribuanten niet alleen ondragelijk worden, maar ook zeer spoedig van hen, die dan moeten bijdragen, klachten gehoord worden over ongelijke verdeeling. En niet zonder recht. Dan toch zullen de jongere deelgenooten de voordeelen betalen, door hunne voorgangers genoten. Dok zonder De kust van (jiiiuea levert liet bewijs,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 541