540
„Maar daarom behoeft liet toepassen van dien maatregel in de
toekomst niet nagelaten te worden. Mijns oordeels zon, ten einde
eensdeels den in liet verschiet on vermijdelij ken achteruitgang van
het fonds zooveel mogelijk tegen te gaan, en anderdeels de lasten
der tegenwoordige deelgenooten niet al te drukkend te maken, die
nen te worden bepaald
„Dat officieren na een gegeven tijdstip, b. v. na 1 Januari 1874,
aangesteld wordende, eene huwelijks- contributie zullen moeten vol
doen, hooger dan betaald wordt door de tegenwoordige deelgenooten
en contribuanten, en wel in dier voege, dat hunne stortingen in eens
of in termijnen, naderende tot hetgeen bij een gewoon weduwen- eii
opvoedingsfonds betaald wordt (in verhouding tot het al grooter en
grooter wordende aantal gehuwden en de daarmede toenemende kans
op schade) de zekerheid gegeven wordt, dat het fonds, ten minste wat
hen betreft, geen verder verlies te wachten staat."
Het jaar 1874 wasvoor het nemen van den maatregel, welken ik in
1872 noodig achtte, reeds vrij laat, eigenlijk te laat. Mijns inziens had
die moeten gepaard gaan met de vermindering der contributie, zoo
als die heeft plaats gehad met ingang van den 1 Januari 1862.
Ware dat geschied, de kans dat de gewone contributie ooit hooger
dan 3 °/0 zou stijgen, zou zeer gering zijn geweest.
Zonderling is het overigens, dat juist zij, die na 1862 officier
werden en na dien tijd in het huwelijk traden, dat wil zeggen
personen, die jaren lang ten koste van de oudere deelgenooten, en
met de kans op uitkeering aan hunne betrekkingen, voor 't geval,
dat zij in dat tijdsverloop waren overleden, leden van het fonds
zijn geweest, het meest klagen over aangedaan onrecht. Onder
„In het k.ort, de strekking van 't Militair Weduwen-en Weezen fonds, die vroe
ger was, het sluiten van huwelijken zoo veel mogelijk tegen te gaan, is radicaal
veranderd."
„In volkomen tegenstelling met de bedoeling der oprichters, is zij thans, het in den
echt treden der officieren zooveel mogelijk aan te moedigen."
Dit strijdt echter niet minder tegen gezonde begrippen van staathuishoudkunde,
als het opwerpen van kunstmatige belemmeringen tegen het huwelijk, tenzj volledige
zekerheid bestaat, dat do verwachtingen, die door liet bestaan van het Militair Wedu
wen- en Weezenfonds worden opgewekt, vatbaar zijn voor volkomen verwezenlijking,"