54?
Over deze bamboe worden horden van gevlochten bamboe aange
bracht, twee op elkander. Deze horden worden in zooveel deelen
verdeeld, dat het vervoer niet te veel bezwaar oplevert.
Rondom het vlot wordt voorts een touwhek aangebracht, dat voor
de plaatswaar de debarkementskleppen komen gemakkelijk geopend
kan worden.
h oor dit touwhek zijn op de onderliggersop afstanden van 2 Me
ter aan de lange en van 0.90 aan weerskanten van het midden aan
de korte zijden, houten staanders van 10 cM. vierkant en 1.20 Meter
hoogte bevestigd; in deze stijlen zijn op vier plaatsen, op 0.20 Me
ter van elkandergaten geboordwaardoor het touw gestoken wordt.
De debarkementsklep, welke aan beide zijden van het vlot kan
worden aangebracht, is 1.80 Meter breed en 5 Meter lang." Zij be
staat uit een houteu raam; het hout is 12 op 15 cM. zwaar. Over
dit houten raam worden op dezelfde wijze als bij het vlot bamboe
zen (2.50 Meter lang) vastgesjord en over deze een dubbele (sassak)
gelegd.
Aan de ooren van het raam zijn ijzeren haken aangebrachtwaar
mede de klep aan een der koppelbalken wordt vastgehaakt.
Bij elke prauw behooren eindelijk nog
vier roeidollen,
twee stuurriemenen
twee roeiriemen.
Deze vlotten zijn geschikt voor den overvoer, van de reede naai
den walvan eene sectie veldartillerie en hebben voldoende boord om
ook bij woelige zee nog genoegzame zekerheid op te leveren.
Voor meerdere veiligheid wordt de binnenruimte der prauwen met
aan elkander gebonden bamboe gevuld, doch daardoor zijn geringe
beschadigingen niet te herstellen. De bruikbaarheid van het vlot houdt
dan ook geheel opzoodra eene der prauwen ernstig beschadigd wordt
de zinkende prauw doet de andere spoedig water scheppen, en het vlot
is verloren.
Het medevoeren der prauwen heeft groot bezwaar, daar slechts
enkele der in JuchVaanwezige stoomschepen daarvoor voldoende ruimte
aan boord bezitten, en de prauwen ongeschikt zijn om gesleept te
worden. Ook het overnemen der prauwen aan boord der schepen