§48 Waarvoor krachtige hefmiddelen vereischt worden, brengt meermalen moeilijkheden mede. Het ineenzetten der vlottenin eene bewogen zeeis zeer lastig men moet dan beginnen met de voorloopige bevestiging van eenige dekbalken om de gelijkmatige beweging der prauwen te verkrijgen, voor de bevestiging der eindbalken noodig. Het slepen der vlotten op de reede kan slechts met geringe snel heid geschieden, en van een volgen van stoomschepen is geene sprake. De bewaking eischt steeds veel zorgdaar de prauwen gemakkelijk vol water slaan. Eindelijk is het besturen dezer vlotten, vooral in woelige zee en bij deining, zeer bezwarend. Bij de expedition tegen Boniop de kalme reede van Badjoa voldeden de vlotten goed; toch ging daar nog bij de le expeditie een vlot door eene zware bui verloren. De le expeditie tegen Atjeh had tengevolge van het uitmuntende weder het geluk een der 2 prauwvlotten tot het laatst te bewaren. Bij de 2e expeditie tegen Atjeli daarentegen leverden de prauw- vlotten slechts teleurstellingen opde beide prauwvlottendie bij het debarkement der 2e expeditie tegen genoemd rijk in gebruik waren, werden binnen 2X24 uren beiden op het strand geworpen en stuk ge slagen; deze dure les was nog noodig om de oogen te openen voor de belangrijkheid van de dienst, het Indische Leger door de samen stelling van het drijvervlot bewezen. (stelsel J. Ph. Ermeling Plaat no. 2. Het ontschepen, bij overzeesche expeditiën in Indiëvan paarden en velerlei materiëelvooral van geschut, gaf steeds aanleiding tot groote moeilijkheden. II. DE OORLOGSDRIJVERVLOTTEN INLEIDING.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 556