558 -
aan het vlot bevestigden landkabel. Door de lossing wordt bet viot
in den regel voldoende gelicht om zonder groote moeite weder vlot
gemaakt te wordendoch de manoeuvre blijft steeds tijdroovend. In
den regel worden dan ook de ankers uitgeworpen en hunne kettingen
zooveel schot gegeven als noodig is om het debarkement gemakkelijk
te maken; wordt op een zelfde punt veel ontscheept, dan worden
2 ankers ter juister plaatse gezakt, hunne kettingen van boeien voor
zien, en op deze boeien door elk aankomend vlot zijne lichte ka
bels bevestigd, die dan tot de yereischte maat worden uitgevierd
voor de landing en weder ingepalmd voor het vertrek.
Bij kalm water en bij uit de kust houdende stroomingen op een niet
te weinig hellend strand zal door verlenging van den sleeptros het vlot
naar het strand kunnen gieren en de stoombarkas aangespannen blijven.
Ten einde de vlotten over banken te brengenwaarover de stoombar-
kassen niet steeds zonder gevaar kunnen stoomenworden voor en
achter dé bank boeien gelegd en daaraan een sleeptros, dubbel zoo
lang als de afstand der boeien, bevestigd. Het aankomend vlot wordt
aan het midden van den tros bevestigd en nu door de barkas aan de
overzijde van de bank veilig overgesleept.
De snelheid van het met circa 7000 KG. beladen eigenlijk wat
overbeladen vlot kan zonder eenig bezwaar tot 3 mijl worden op
gevoerd, zeer zeker de maximum- vaart door eene stoombarkas als sleper
te leveren.
Zonder vloer of dek kan de snelheid 7 mijl wezen; met het dek
zal het overigens onbelaste vlot dus 5 mijl snelheid wel kunnen ver
dragen, wanneer door eenigen achterlast de koppen der drijvers wat
zijn opgeheven.
Deze vlotten kunnen dus zonder bezwaar, geheel ineengezet, door de
groote stoomschepen op sleeptouw worden genomen wanneer men door
schijnbewegingen den vijand naar een ander gedeelte der kust heeft
gelokt dan dat, waar men werkelijk landen wil.
Bij het debarkement springen de opvarenden gewoonlijk van het
vlot, en worden de kleppen alleen dan gebruiktwanneer vee en voer
tuigen zijn geladen; op zandige en andere zachte stranden wordt in
den regel het vee eenvoudig van het vlot in zee gejaagd.
Ingeval de vlotten voor het vervoer van goederen en houtwerken