48
gewone plichtsbetrachting mist men bij eene particuliere transport-
vloot geheel, en de invloed van dezen factor is grooter dan men
zulks oogenschijnlijk zou gelooven. Niet, dat zich tijdens de tweede
expeditie geene bewijzen hebben voorgedaan van bijzondere toewij
ding van de gezagvoerders der transportschepen. De ijver bijv. van
den gezagvoerder der Ardjoeno bij de vervulling zijner zware plichten
gedurende den tijd, dat dit vaartuig als cholera-transportschip tusschen
de reede van Atjeli en Poeloe Nasi dienst deed, is te roemen. Dit
blijft echter steeds onder de zeldzame uitzonderingen behooren, en
ook de hoop op belooning was oorzaak van deze toewijding. Ik
wensch de beschouwing van dit onderwerp niet verder voort te zetten,
ofschoon ik uit den aard van mijn werkkring gedurende de tweede
expeditie, die mij voortdurend met het personeel der transportschepen
onder velerlei omstandigheden in aanraking bracht, vele belangrijke
daadzaken zou kunnen aanhalen om mijn betoog tot afkeuring eener
particuliere transportvloot te steunen. Ook mijne persoonlijke aan-
teekeningen over die expeditie leg ik ter zijdedaar zij mij licht tot
beschouwingen verlokken zouden, die buiten de bedoeling van dit
opstel gelegen zijn.
"YVat door mij ten opzichte der particuliere transportvloot gezegd
is, laat geen twijfel meer over, dat deze door mij voor dergelijke
diensten wordt afgekeurd. Alleen in hooge noodzakelijkheid zal men
ze bezigen. Ik ben bij het bespreken dezer kwestie uitgegaan
van het denkbeeld, dat men, deze vaartuigen gebruikende, daarvoor
geschikte vaartuigen neemt. Ik ging van deze onderstelling uit om
aan te toonen, dat zelfs in dat geval ik tegen het gebruik dier vaar
tuigen ben, en omdat ik ten volle Monitor's overtuiging deel, waar
deze zegt: „De booten der Ned. Indische Stoomvaart-Maatschap
pij men houde mij zulks ten goede zijn geene transportsche
pen." Ook mij houde men deze meening ten goede.
Alleen rijst nog de vraag bij mij op, waarom bij de tweede ex
peditie geen gebruik van zeilschepen werd gemaakt voor paardenver-
voer. Monitor zegt, dat bij de eerste expeditie voor dat doel geen
zeilschip beschikbaar bleek; waarom echter bij de tweede expeditie
aan voor dat doel onbekwame vaartuigen, zooals de Van Sivieten
en de John Bramall de voorkeur werd gegeven, is mij niet duidelijk.