563
ders, die tijdelijk minder geschikt zijn voor de veldienst, doch
van wie te verwachten is, dat zij na eenigen tijd weder ge
schikt zullen worden. Verder zooveel afgerichte paarden, waaronder
een 20 tal goede rijpaarden, als noodig is om eene batterij van 6
voldkanons te bedienen. De depótbatterij zal volgens formatie zoo
sterk aan minder personeel en paarden moeten zijn, dat de batte
rijen op Java en de sectiën op de buitenbezittingen compleet kunnen
worden gehouden volgens de vastgestelde sterkte en daarenboven
nog eene reserve bevatten om bij mogelijken oorlogstoestand de te
lijden verliezen dadelijk aan te vullen, zonder de achterblijvende bat
terijen van haar personeel te berooven. Hierdoor zal de slagvaar
digheid van de bereden Artillerie zeer verhoogd worden en het zich
niet meer voordoen, zooals, gelijk we ons wel herinneren, in 1875 het ge
val was, toen. een paar batterijen al haar kader en hare kanonniers
moesten afstaanten einde de 2 batterijen in Atjeh compleet te kun
nen houden. De toestand der bereden Artillerie is dientengevolge
eenige jaren zeer ongunstig geweest. Alles werkte echter daartoe
mede. Er bestond een groot incompleet aan Luitenants, waarin tij
delijk voorzien werd door het aanstellen van adjudanten-onderofficier,
dd. officieren, doch waardoor weder een groot aantal van de beste
sergeanten aan het kader werd onttrokken. "Wat er verder van
het kader nog goed was, werd grootendeels in Atjeh verslonden.
Gelukkig, dat sints een paar jaren een betere toestand is ingetreden,
en de batterijen langzamerhand hare slagvaardigheid weder herkregen
hebben. Doch we hebben nu rijke ondervinding opgedaan en gezien
wat de gevolgen zijn van dusdanige ongezonde toestanden, die daar
enboven noodlottig hadden kunnen worden en de Artillerie geheel
te gronde doen gaan.
We dringen er daarom op aan, dat van die ondervinding partij
worde getrokken en voorstellen worden gedaan tot het oprichten
van eene depótbatterij, waardoor de kern zal worden gevormd van
eene krachtige en steeds slagvaardige bereden Artillerie.
De opleiding van het kader wenschen we ook bij die depótbatterij
te doen plaats hebben. Hu geschiedt dit te Banjoe-Biroe onder de
oogen van den commandant der veld- en bergbatterijen, terwijl de
adjudant van genoemden commandant belast is met het beheer van