564
en het onmiddelijk toezicht op genoemde school. Geruimen tijd wa
ren wij in laatstgenoemde betrekking werkzaam en weten wij dus
nauwkeurig, hoever dit toezicht zich kan uitstrekken. De werkzaam
heden van voornoemden luitenant-adjudant zijn zóó veel omvattend,
dat weinig of geen tijd overblijft om over het theoretisch gedeelte van
het onderwijs een behoorlijk toezicht uit te oefenen. Gewoonlijk
moet te veel aan de instructeurs worden overgelaten.
Het zou dus in het belang van de opleiding zijn, indien de Ka-
derschool bij de depötbatterij gevoegd werd. Haar commandant zal
dan het onderwijs regelen en het algemeen toezicht houden. Een
luitenant zou verder belast moeten worden met het toezicht op het
theoretisch onderricht en zelf onderwijs moeten geven in artillerie
wetenschappen en rekenen. Een anderen luitenant zouden wij wen-
schen te belasten met het toezicht op de exercitiën der scholieren.
Het verdere onderricht zou moeten gegeven worden door een ser
geant-majoor, een Europeesch en een Inlandsch sergeant, en het ge
heel op denzelfden grondslag, zooals het onderwijs nu plaats heeft,
moeten geregeld blijven. Wij wensclien alleen meer toezicht op het
onderricht uit te doen uitoefenen, en dit zal door de voorgestelde re
geling geschieden.
Behalve degenen, die korporaal of sergeant wenschen te worden,
zouden we ook de lessen aan de kaderschool doen volgen door al
het kader, dat in Indië van de vesting-artillere bij de bereden- artil
lerie wordt overgeplaatst, en dat, hetwelk van het Nederlandsche
bij het Indische leger overgaat en hier eveneens bij de bereden-
- artillerie wordt ingedeeld. We zullen dan korporaals en onderoffi
cieren verkrijgen, die allen eenvormig zijn opgeleid en theoretisch
en practisch bekend zijn met de exercitiën en het materieel der In
dische bereden-artillerie. Dit is nu dikwerf niet het geval, daar
het meermalen gebeurt, dat een sergeant van de vesting-artillerie
bij eene batterij wordt ingedeeld, met de enkele aanbeveling, dat
hij kan paardrijdentheoretische en practische kennis der exercitiën,
enz. zijn hem echter totaal vreemd, zoodat het dus wel geen betoog
behoeft, dat een dergelijk onderofficier onbruikbaar is en zelden
bruikbaar zal worden, omdat bij eene batterij voor één persoon
geene school kan worden geopend om hem alles te laten leeren.