565
De depötbatterij zou liet best geplaatst zijn in een koel klimaat
en liefst daar, waar geene andere bereden-artillerie is, bijv. te Ma-
gelang.
De commandant moet zelfstandig zijn en de africhting regelen,
zooals de instructie die zal voorschrijven. De commandant der veld
en bergbatterijen is uit den aard der zaak de onmiddelijke chef,
die over het geheel het toezicht houdt, de batterij jaarlijks inspec
teert en verder over het afgerichte personeel naar omstandigheden
beschikt.
Het materieel, bij de depötbatterij in te deelen, zou m. i. moeten
bestaan uit zes veldkanons op hunne affuiten met voorwagens, zes
borgkanons op hunne affuiten en 24 munitiekistjes. Daarmede zul
len alle noodige exercitiën kunnen worden uitgevoerd.
De oefeningstijd der recruten bij de depötbatterij zou gemiddeld
moeten zijn:
Yoor Europeesche kanonniers, die vroeger reeds als zoodanig in
Nederland of in Indië bij de Artillerie gediend hebben, 2 maanden.
Yoor Europeesche kanonniers, met wie dit niet het geval is, 4 tot
6 maanden.
Yoor Inlandsche kanonniers 6 tot 8 maanden.
Yoor stukrijders 6 tot 8 maanden.
Yoor remontepaarden 4 tot 6 maanden.
Om als afgericht te worden beschouwd, moeten de manschappen
in het navolgende grondig geoefend zijn:
Kanonniers.
Recruteuschool, Kanonnierschool, veld-en bergartillerie, manoeu
vres de force met veld- en bergartillerie, theorie over vuurmonden
en affuiten, bepakkingen der voorwagens en munitiekistjes, schie
ten en werpen, richtingsmiddelen, munitiën en ontstekingsmiddelen.
Yerder zullen ze onderwijs moeten hebben ontvangen in de Kom-
pagnies,- Sectie- en Batterijschool.
Stukrijders.
Deze moeten geoefend zijn als kanonnier en practisch grondig ge
oefend in de Ruiterschool en Stukrijderschool.
De remontepaarden moeten, alvorens zij tot de klasse der afge
richte paarden overgaan, als rij-, trek- en draagpaard zijn afgericht.