568 ge zorg besteed. Yooral voor jonge onderofficieren en korporaals is dit zeer wenschelijk, daar zij liet geleerde op de kaderscliool an ders weder zeer spoedig vergeten zijn. Men kan als batterijcom mandant er niet genoeg voor waken, dat iemand zicli zonder nood zaak aan die theorie onttrekt. In den sergeant-majoor vindt het kader in dat opzicht gewoonlijk een goeden steun. Met een enkel woord wenschen wij hier ook te wijzen op het geringe personeel, dat bij den staf van de veld- en bergbatterijen is ingedeeld. De 8 batterijen, die op Java behooren te zijn, wor den gecommandeerd door één Luitenant-Kolonelverder is een Ma joor divisiecommandant te Batavia en een Luitenant toegevoegd als adjudant aan den Commandant der veld- en bergbatterijen en werkzaam op diens bureau. Ziedaar alles! Laten we nu eens zien, welk personeel in Nederland bij den staf van een regiment veldar tillerie is ingedeeld, bijv. het 2° regiment, bestaande uit 6 batte rijen, eene compagnie Artillerie-transporttrein en eene compagnie trans- portteindaarbij heeft men 2 Luitenant-Kolonels, 2 Majoors, 1 Kapitein-adjudant, 1 Kapitein-instructeur. 1 Kapitein van het materiëel, 1 Luitenant-adjudant, 1 Luitenant-instructeur. De stiefmoederlijke bedeeling van den staf der bereden Artille rie in Indië valt door het vorenstaande genoeg in het oog. Het is waar, dat de toestanden verschillend zijn en dat bijv. bij het hoofdbureau der Artillerie in Indië vele werkzaamheden plaats hebhen, die bij den staf van een regiment in Nederland, worden verricht. Wat betreft de hoofdofficiersrangen en de instructeurs zijn we hier echter zeer in het nadeellaatstgenoemden bestaan zelfs in het geheel niet. Volgens onze meening moet in de eerste plaats de Commandant der veld- en bergbatterijen op Java alleen commandant zijn van het geheele corps en niet tevens commandant van de plaatselijke batte rijen te Banjoe-Biroe en Willem Izooals nu het geval is. Daar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 576