572 Naar onze meening moet de rendez-vous-formatie voor eene brigade van 3 of 4 bataljons Infanterie worden bepaald, als volgt: De Infanterie in 2 liniën op 30 pas afstand van elkander. In de voorste linie 2 bataljons in gesloten colonne op het midden met een interval van 30 pas. In de achterste linie 1 bataljon achter het midden der voorste linie, of 2 bataljons midden op midden gericht met die der voorste linie. Deze bataljons eveneens in gesloten co lonne op het midden. (Vergelijk 1L. S.) De Infanterie der brigade beslaat aldus een rechthoek van ongeveer 100 M. breedte bij 50 M. diepte. Fig. I. Rendez-vous-formatie. ?o M.___ 20;M. Schaal20 M. op den cM. Uit deze formatie ontwikkelt zich de brigade nu tot het gevecht (L. S. 8.)of wel zij gaat tot de gevechtscolonne over. (L. S. 14.) Wij zullen de ontwikkeling tot het gevecht kiezen in de veronder stelling, dat de brigade in open, begaanbaar terrein tegen eene vijan delijke stelling moet oprukken. Bij de reglementaire oefeningen is dit het meest voorkomende geval. Bij manoeuvres en in den oorlog zal die ontwikkeling tot het gevecht meesttijds dadelijk uit de marsch- formatie plaats hebben. Wilde men dan vooraf eene rendez-vous- stelling innemen, dan zou dit slechts tijdverlies veroorzaken; alléén de algemeene reserve neemt zulk eene stelling in. Wij hebben hier voren in de plaats van de gevechtsstelling derLi- nieschool eenige normale gevechtsformatiën voor eene brigade van 3 V Het interval van 8 pas achten wij wat te klein bij de bewegingen, dat van 25 pas (L. S. 2.) komt ons beter voor; wij kozen voor interval en afstand dezelfde maat. Het interval is bepaald op 20 pas in het Duitscheop 30 pas in hot Framche en Belgischeop 12 en 24 pas in het OostenrijJcsche leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 580