573
of 4 bataljons ontworpen en zullen den overgang tot een dezer vor
men behandelen.
Die normale gevechtsformatie moet ingenomen en de daartoe ver-
eischte bewegingen moeten uitgevoerd zijn op het oogenblik, dat men
onder bet bereik van bet vijandelijk infantèrievuur gekomen is.
Het terrein, dat de aanvallende brigade te doorloopen beeft, kan
men verdeelen in 4 zonen, te weten
1°. zóne: Werking van het vijandelijk granaatvuur.
Van 3000 tot 2000 Meter.
2°. zóne: Werking van het vijandelijk granaatkartetsvuur en in-
fanterie-massavuur.
Van 2000 tot 1000 Meter.
3°. zóne: Werking van bet goed gericht infanterievuur des vijands.
Van 1000 tot 300 Meter.
4°. zóne: Infanterie-snelvuurkartetsvuur. Omtrent deze ver
deeling in zónen merken wij op
1°. Dat het granaatvuur der tegenwoordige acbterlaadkanons reeds
op veel grooter afstand dan 3000 M. uitwerking heeft. Doch de
waarneming der schoten op die groote afstanden is te velde hoogst
moeilijk, soms zelfs onmogelijkde lengte- en breedte- afwijkingen
zijn zeer groot; terwijl door de groote invalshoeken het projectiel
diep in den grond zal dringen, en de uitwerking der springgranaat
zeer gering wordt. Het Duitsche reglement zegt dan ook, dat boven
den afstand van 2400 M. eene bevredigende artilleriewerking niet te
verwachten is. Het handboek voor officieren der Artillerie van Seijf-
fardt en Van Pesch zegt eveneens, dat in den regel het vuren boven
de 2000 M. als munitieverspilling moet worden aangemerkt. Door
de Fransche Artillerie-schietschool is bepaald, dat de grootste afstan
den tusschen 2500 en 3000 M. moeten liggen en slechts bij uitzon
dering daarboven tot 3500 M. Ook de Generaal Lewal neemt in plaats
van 6000 M. als gemiddelden afstand 3000 M. aan. Hij zegt:
Wij herinneren den lezer, dat wij in dit gedeelte onzer studie Het niet zelf-
standig bataljon altijd een vijand onderstellen, die op Europeesche wijze georgani
seerd en gewapend is. (Zie: I. M. T. 1880, bladz, 297.)
De schootstafel voor het Duitsche kanon van 9cM, gaat tot 7000 M, die van
8cM. tot 6500 M., die van het Fransche veldgeschut tot 6000 M, die van het Oostenrijk-
sche tot 4500 M.