des vijaiids hij binnen deze normale grenzen verwachten kan, opdat hij daarnaar zijne maatregelen, wat formatie, opstelling en beweging- betreft, kunne nemen. Tevens weet hij dan, welke uitwerking hij zelf van zijne vuurwapens verwachten mag. Yolgen wij thans de brigade in haar offensief oprukken naar de vijandelijke stelling. De brigade heeft hare rendez-vous-stelling ingenomen buiten de grens van het werkzame artillerievuur. Eene geringe dekking of terreinplooi is reeds voldoende om haar op dien afstand geheel aan het gezicht des vijauds te onttrekken. Mocht een vijandelijk projec tiel inslaan, dan kan men de verdere uitwerking der vijandelijke Artillerie door eene geringe zij- of voorwaartsche beweging gemakke lijk onschadelijk maken. Toevalstreffers zullen echter steeds geduld moeten worden, daartegen bestaan geene hulpmiddelen; zelfs eene geheele oplossing in compagniescolonnen zou niet helpen, omdat de projectielen over het geheele terrein rondsnorren. Zoodra nu de brigade het bevel tot oprukken ontvangt, kan zij in hare gesloten formatie den marsch aanvangen, waarbij echter de gesloten colonnen op 't midden tot op sectie-afstand kunnen geopend worden. (Bat. sch. 18.) Wij behouden dus de colonne op 't midden ook als manoeuvreer formatie buiten het werkzame artillerievuur. In sommige legers heeft men als manoeuvreer-formatie de zoogenaamde massa (colonne-linie, front-colonne; zie ook Bat. school, 71.) aangenomen, waarbij de 4 compagniescolonnen aaneengesloten in linie marcheeren. Daar echter de frontbreedte en diepte van deze massa juist dezelfde zijn als die der colonne op 't midden op sectie-afstand, zoo zien wij het voordeel der formatie niet in. Binnen de grenzen der le zóne gekomen, zou de brigade spoedig enorme verliezen lijden, als zij zich in deze compacte massa aan het oog der vijandelijke Artillerie vertoonde. Thans komt dus het oo- genblik, dat zij in 2 of 3 slagliniën uiteengaan, en elke slaglinie zich in kleinere colonnen oplossen moet. De bataljons der achterste linie houden dus halt, om de voorste linie den noodigen afstand te doen winnen. (Bij eene niet-zelfstandige brigade van 4 bataljons gaat tevens een bataljon der achterste linie in de voorste over.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 586