584 doelmatig gebruik van de granaatkartets niet voor avanceerende In fanterie behoeft te wijken, en dat zij den vijand reeds op groote afstanden niet alleen door haar granaatvuur schokken, maar door haar granaatkartetsvuur ook vernietigen kan. Hoe juist die grondregel, van den Generaal Leival in beginsel ook moge zijn, en de Generaal von Wechmar laat zich in dienzelfden geest uit, zoo gelooven wij toch, dat hij dikwerf zal blijken moeilijk uitvoerbaar te zijn. Het is vooral in deze periode, dat de Infanterie den krachtigen steun van hare eigene Artillerie behoeft. Zonder haar zou aan een regelmatig vooruitgaan van het geheel niet te den ken zijn. Het zal dus meermalen voorkomen, dat de Infanterie tijdelijk moet haltmaken om de uitwerking van de eigene Artillerie af te wachten. De compagniescolonnen moeten zich dan neerleggen en soms in linie ontwikkelen, daarbij zorgende om nooit achter de bat terijen plaats te nemen. Om vooruit te komen moet men iederen compagniescommandant de grootst mogelijke vrijheid van vorm toe staan, mits hij richting, interval en afstand bewaart en, achter eene dekking gekomen, zijne colonne weer herstelt. Bijv. met sectiën of halve sectiën- in colonnemet sectiën in colonne uit de flankmet geopende rotten in elke sectie; enz. (Zie ook I. H. T. 1879, afl. XI, bladz. 407. Rudeln.) Wanneer de voorste linie op dusdanige wijze op 1500 M. van de vijandelijke stelling geko men is, kan zij reeds toevalstreffers van het vijandelijk geweervuur verwachtenwant al heeft men ook in theorie bepaald, dat het vuren boven de 1000 M. weinig uitwerkt, in den oorlog wijkt men daar toch van af. (De Franschen in 1870, de Turken in 1877.) Het Medegedeeld door Van PeschMil. Speet. 1878. Aan die studie ontleenen wij nog het volgende: Op 2050 M. werden door eene Duitsche batterij van 8cm met 30 gra naatkartetsen tegen eene compagniescolonnevoorgesteld door 3 schrijven, elk 18 M. breed en 1,8 M. hoog, op 10 M. achter elkander opgesteld, 38 rotten getroffen. De batterij had echter 28 granaten noodig gehad om zich in te schieten. Eene batterij van 9™ trof met 11 granaatkartetsen op 1500 M. van eene comp. colonnevoorgesteld door 3 schijven van 20 M. breedte en 1,8 M. hoogte, op 10 M. achter elkander, 81 rotten. Eveneens werden op 1575 M. met 18 granaatkartetsen alle rotten getroffen van eene colonne, voorgesteld door 3 schijven, breed 12 M. (18 rotten) op 7,5 M. achter elkander. De granaatkartets van 9™ bevat 209 kogel, die van 8cm 122 kogels; het aantal scherven bedraagt 20 a 30,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 592