591 voorgaande gemakkelijk af te leiden. Vooraf merken wij op, dat de indeeling der gevechtscolonne volgens 13 der Liniesckool niet overeenkomt met het tactisch gebruik der wapensoorten. De bij de brigade ingedeelde Cavalerie moet niet achter het voorste bataljon marcheerenmaar de brigade op een flinken afstandbijv. een K. M. voorafgaan. Op de Cavalerie volgt een bataljon Infanterie als voor hoede waarvan ééne compagnie den voortroep uitmaakt. De indeeling van 2 stukken bij het voorhoede-bataljon is een goede maatregel, daar het Indisch terrein een spoedigen opmarscb der geheele batterij zelden veroorlooft. De overige Artillerie moet niet aan den staart dei Infanterie marcheerenmaar, in de hoofdcolonnevolgen op het voorste bataljon. De Infanterie marcheert met compagniescolonnen in colonne. (Ba- taljonsschool 79.) Deze marschvorm moest voor de Infanterie als eenige zijn voorgeschreven, omdat hij de zelfstandigheid der compagnie handhaaft en den overgang in de gevechtsformatie of in de rendez- vous-stelling het gemakkelijkst toelaat. De frontbreedte wordt in 's vijands nabijheid zoo breed mogelijk genomen. De brigadecomman dant moet bij den hoofdtroep der voorhoede marcheeren. Zoodra de Cavalerie den vijand ontdekt, moet zij zijne stelling in hoofdtrekken verkennendaarbij moet zij er naar streven 's vijands frontuitbreiding te leeren kennendus naar zijne vleugels zoekende frontuitbreiding des vijands kan ons reeds eenigszins over zijne sterkte doen oordeelen. Het is niet voldoende, dat de Cavalerie 's vijands aanwezigheid meldt; hare verkenningstaak strekt zich veel verder uit. Intusschen komt het voorhoede-bataljon op het gevechtsveld en ontwikkelt zich in gevechtsformatie, op de wijze als door ons voor een zelfstandig bataljon werd aangegeven. (I. M. T. 1880, afl. III De voorhoede treedt dadelijk offensief opzoodra zij den vijand in t gezicht krijgt; verdrijft den verdediger uit voorgeschoven stellingen; maakt zich meester van eenige steunpunten, en wacht in defensieve hou ding de ontwikkeling der hoofdcolonue af om het offensief te hernemen. De bij haar ingedeelde Artillerie ondersteunt haar en wordt zoo spoedig mogelijk versterkt met de Artillerie der hoofdcolonne, die daartoe hare Infanterie zoo mogelijk voorbij gaatzij opent het uurgevechtwaar dit maar eenig resultaat belooft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 599