601 schappen van het gebezigde buskruit en de hardheid van het projectiel metaal. Zoo merkte men op, dat bij gebruik van buskruitsoorten, die den kogel slechts eene geringe aanvankelijke snelheid mededeelen, de trefkans, bij het successievelijk vergrooten van het kaliber, eerder af neemt dan bij gebruik van buskruit, dat eene groote aanvankelijke snel heid te weeg brengt. De bij onderwerpelijke proef gebezigde projectielen waren allen van lood vervaardigd. Natuurlijk zullen kogels, gegoten van hardlood (lood met tin of antimonium) in mindere mate ineenst uiten en, als een gevolg daarvan, geene zoo groote kaliberverwijding toelaten als hierboven voor looden projectielen wordt opgegeven. Hoewel, zooals uit bovenstaande tabel blijkt, de spreiding bij een kali ber van 12mm. nog zeer gunstig is, wanneer men in aanmerking neemt, dat de voor kaliber ll,8mm. en ll,9mm. gevonden spreiding overeen komt met die voor het IFmifZZ-geweer met normaal kaliber, kon men in Oostenrijk de grens niet zoo hoog stellen, omdat de trekken reeds bij eene verwijding tot ll,8mm. in de kamer verloopen. Daar te lande is dan ook, tevens rekening houdende met verschil in hardheid, bij lood voorkomende, de uiterste loop verwijding gesteld op ll,7mm. d. i. ruim 0,3mm meer dan de grootste middellijn van het projectiel. Als een gevolg van de kleinere buskruitlading kan bij de Werndl- karabijnen de verwijding van het kaliber slechts ll,4mm. bedragen. Uit het bovenstaande ziet men, dat het denkbeeld, dat de in Indië vastgestelde tolerantie (ll,5mm.) waarbij de kogel (ll,7mm.) in elk ge val nog 0,2mm. meer middellijn heeft dan de loop, schadelijk op het schot zou werken, ten eenenmale ongegrond is. Dezer dagen werd in Nederland bepaald, dat, bij gebruik der nieuwe munitie, de loop tot 11,3mm. mag verwijd zijn. In aanmerking nemende, dat de nieuwe Harsveldtkogel van hard lood (11 d. lood, 1 d. tin) is vervaardigd en de grootste middellijn slechts ll,6mm. bedraagt, komt men tot de conclusie, dat het verschil met Indiëwaar men looden ko gels met eene grootste middellijn van ll,7mm. bezigt, slechts 0,lmm. bedraagt, hetgeen, al heeft ook de Harsveldt-kogel eene grootere aan vankelijke snelheid dan de Indische kogel, voorzeker niet te veel is, wanneer men de zooveel grootere hardheid van het Nederlandsche pro jectielmetaal in rekening brengt. G. Bij het Werndl-geweer heeft de kogel, onverschillig of men de ongewijzigde of de verzwaarde patroon bezigt, op 25M. van de monding eene snelheid van 430 M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 609