614 kanaal van Suez te spreken, maar zijne toehoorders, ook den Heer Van Zuijlendie er zelf niet zeker van is of hij dat voorbeeld thans niet ge volgd heefthoofdzakelijk boeide met beschouwingen over St. Simon en het socialisme. De eerste stelling luidde: "Wanneer Nederland na alle inspanning zelf te kort schiet in de verdediging der koloniënis het beter, die met België te deelen dan daartoe mannen van allerlei gehalte en allerlei landaard te huren of te koopen. Inleidingkarakter van den Belgtaalsympathie, behoefte aan koloniën, samenwerking' aldaar van Noord en Zuidgemeen schappelijke verdediging der koloniën. De tweede stelling luidde„Aan Belgische subalterne officieren, onderofficieren en korporaalsdie de Neder- landsche taal voldoende machtig zijnom zich verstaanbaar te maken, en verder aan alle mindere militairen, worden dezelfde rechten toegekend om in onze Oost-Indische Koloniën dienst te doen als diewelke thans ons eigen landleger in Nederland bezit. De Belgische regeering verleent aan alle bovengenoemde militairendie hun verlangen te kennen gevengedu rende eenigen tijd in Ned.-lndië te dienen, een bepaald of onbepaald ver lof met de voorwaardedat zij bij terugkeer hunne dienst in het vaderland kunnen en moeten vervolgen en ten einde brengen." Inleidingpolitieke beschouwingen zonder tinnegieterij en Pruisen-Y reestoestand van Europa militaire aardrijkskunde, strategische beschouwingen, krijgsoperatiën op het vermoedelijk oorlogstooneelrol van België en Nederlandsamenwer king van Noord en ZuidBelgië en Nederlandsamen op krijgsgehied hereenigd, zouden eene macht vormen, waarmede men in Europa te re kenen had. Het bewijs dier stellingen „Misschien" zeide de spreker „ben ik door overvloed van stof onvolledig of onduidelijk geworden in mijne bewijsvoering, maar misschien ook was ik gelukkig genoeg om de over tuiging in het leven te roepen of te bevestigen, dat een krijgsverbond met België zoo niet noodzakelijkdan toch zeer wenschelijk is." De be wijsvoering? La pièce? De oplossing van het problema? Niet slechts de wenschelijkheid, maar ook de mogelijkheid daarvan? Voet bij stuk houden, wakkere conférencier! Geene nieuwe zijsprongen langs de neu traliteit der Wester schelde en de sluiting van een tractaat tusschen Bataven en eenmaal neutraal verklaarde Belgen. Is uw denkbeeld practisch uit voerbaar? Is de uitvoering wenschelijk voor Nederland en wenschelijk voor Indië. Gij antwoordt daarop? Ik heb gezegd! Wij gelooven, dat het, afgescheiden van het onmogelijke van het plan des sprekers, verstandiger is om, indien het zoo dringend noodig, is het vreemden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 622