60 den overvoer van dwangarbeidersdie zoo onontbeerlijke leden eener expeditie, er niet liet minst aan schijnt gedacht te worden, dat zij ook menschen en dus ook vatbaar voor ziekten zijn. De mensche- lijkheid er zelfs buiten gelateneischt het belang der expeditie eenige zorg voor die pariah's van ons leger te dragen. De ondervinding bij ons aan boord heeft het wenscheljke doen inzien van de wapenen der soldaten en dwangarbeiders bij aankomst aan boord te doen in leveren en op te bewaren, daar het bezit daarvan allicht ingeval van twist tot groote ongelukken aanleiding geven kan. Twee dwangarbeiders hadden twist met elkander gehad, zij werden ge scheiden, en schijnbaar bedaard gingen zij aan hun werk. Doch toen later een van hun zich naar het tusschendek begaf, werd daar, bij den aanblik van al die blanke sabels, zijn wraak- en dus ook zijn moordlust zoodanig opgewekt, dat hij in een ommezien zulk een sabel had gegrepen en er twee slapende kanonniers zeer gevaarlijke wonden mede toebrachtwaarvan zij eerst langzaam herstelden. Eerst nadat hem zijne onderkaak was doorgehouwen en er bepaald jacht op hem was gemaakt, kon hij ontwapend en gebonden worden. Daarop werd gelast, de wapenen in te leveren, doch voelden zich vooral de Inlanders daardoor zoo gekrenkt alsof zij als medeplichtigen beschouwd werden, dat men aan hun verzoek toegaf en zij ze terug bekwamen; als algemeene maatregel bij aankomst aan boord kan het zeker toegepast worden. Bivakken. De door het leger betrokken bivakken waren, met uit zondering van dat van Penajoenc/, aan zee of in de dichte nabijheid er van gelegen. De bodem was een goede zandgrond, met gras of wel, zooals in dat van Gigieng, met mul zand bedekt. Het was een uitstekende maatregel, ten einde zoo mogelijk de cholera, die ons overal vervolgde, kwijt te raken, de bivakken zoo dikwijls te verplaatsen, doch te meer was dit noodig, daar er, in de eerste bivakken ten minste, niet de noodige maatregelen konden genomen wor den, die tot bewaring der gezondheid een eerste vereischte waren. Er werden meestal putten met goed drinkwater gevonden, en waar zij niet waren of ons verdacht voorkwamen, werden er nieuwe gegraven, welke op meestal geringe diepte uitmuntend drinkwater opleverden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 68