BO
meeste en beste stof te vinden is, schijnt ons overbodigwanneer daar
de impulsie van spoedig korporaal en sergeant te worden, gegeven
wordt, dan zullen zich vooral onder de Europeanen, en dezen zijn
toch de voornaamsten genoeg aspiranten voordoen(dit is ons
persoonlijk gebleken) zoodat men niet bevreesd behoeft te wezen,
dat die bron spoedig zal opdrogen. Ons inziens is, om tot het be
oogde doel vorming van veel en goed kader te komen, eene wijzi
ging noodig in de organisatie van een depötbataljon, en zouden wij
de dienstregeling bij zulk een korps volgens bepaalde regelen wen-
schen vastgesteld te zien. Laat ons trachten, een en ander duide
lijk te maken en nader te omschrijven.
Yolgens A. O. van 1877, No. 67 en de „Yoorloopige instructie
betreffende de depötbataljons," blijkt, dat per compagnie gerekend
wordt op 1 kapitein, 4 luitenants 1 sergeant-majoor, 6 sergeanten,
1 fourier, en 8 korporaals. Natuurlijk is dit alleen Eu-
ropeesch lmder. Over 't algemeen is dus de formatie bij de vier de
pötbataljons vrij wel gelijk; alleen het aantal manschappen van de
verschillende landaarden verschilt aanmerkelijk. Hieronder volgt in
eene tabel de formatie der depötbataljons:
Ie
2e
3e
4e
Kapiteins
5
5
5
3
Ie Luitenants
10
10
8
4
10
10.
11
7
Sergeanten-Majoor
5
5
5
3
Fouriers
6
6
6
4
Sergeanten
30
30
32
20
id. (Inl.)
8
8
8
4
Korporaals
42
42
42
26
id. (Inl.)
12
12
12
6
Soldaten, Eur
486
516
419
426
id. Inl
285
365
215
115
Totaal.
899
1009
763
618
2e
Bij het 3e en 4e depótbataljon bevindt zich 1 luitenant minder.
Bij het 3e en 4e depótbataljon bevinden zich 2 sergeanten meer.
"Volgens de formatie bevinden zich per depótbataljon 2 korporaals meer.