83
officieren, zoo noodig ook korporaals. Alle tlicoriën moeten gehou
den worden in een daartoe geschikt locaal, waar de soldaat zitten
kan. Mets toch is vervelender en dientengevolge minder vrucht-
haar voor de manschappen dan juist theoriën, waartoe het een ge
heel uur of soms 1.]- uur staan het zijne bijbrengt; wel zal het op
banken zitten der manschappen de theorie niet meer vruchtbaar doen
worden, maar het vervelende wordt er eenigszins door verminderd,
en dit is reeds veel gewonnen.
De practische oefening der rekruten geschiedt, zooals wij gezegd
hebben, door vaste, bij dat onderwijs geëmployeerde sergeanten, on
der leiding van één der luitenants. Rekruten worden als af geëxer
ceerd beschouwd, wanneer zij goed geoefend zijn in het practisch
gedeelte, voorgeschreven sub b., c., d., en e. van art. 20 der
„Yoorloopige instructie". Hiervoor zal de rekruut gemiddeld niet
langer dan 7 weken noodig hebben. Worden nu nog 3 a 4 weken
besteed om zijne theoretische kennis te doen zijn, zooals aangege
ven staat in c., g. en h. der meergemelde instructie, dan geloo-
ven wij, dat zulks in 10 a 11 weken het geval zal zijn, dus binnen
de drie maanden een goed soldaat gevormd te hebben, die, na nog
eenigen tijd bij een depótbataljon gediend te hebben, gerust aan een
veldbataljon mag worden overgegeven. Wij cursiveerden zoo even
binnen de drie maandenomdat het ons voorkomt, dat de oefenings-
tijd, in de instructie voorgeschreven, van 4 tot 6 maanden voor Eu
ropeanen en van 68 maanden voor Inlanderswel wat te lang ge
nomen is. Niet, dat wij niet alles zouden willen aangrijpen wat noo
dig is, om van den rekruut een goed en degelijk soldaat te maken,
zoo noodig zelfs door een nog laugeren oefeningstijd, doch deze pe
riode van 4 tot 6 maanden heeft het nadeel, dat de rekruut, weten
de hoe lang hij rekruut moet wezen, niet die ambitie toont, welke noo
dig is, en hij, daar hij als rekruut zware dienst moet verrichten of
liever den gelieelen dag in touw is, zich allicht op de eene of an
dere manier aan de dienst onttrekken zal, zoo als b. v. het zich ziek
melden. De werkelijk - zoowel practisch en theoretisch afgeëxer-
ceerden moeten verder geoefend worden, zooals in art. 23 en 24 van
de „Instructie" omschreven isen uit deze zoogenaamde reserve moe
ten getrokken worden zij, die tot korporaal wenschcn opgeleid te