84 worden. Exercitiën met het kader alleen kunnen niet genoeg be oefend worden, daar de geoefendheid van den troep geheel cn uit sluitend afhangt van de geoefendheid van het leader. Ons inziens zou dan ook eens in de week kaderexercitie moeten plaats hebben, desnoods op een namiddag, in plaats van theorie voor de manschap pen verder zoude er elke week moeten plaats hebben eene exercitie uit de ïtekrutenschool, voor de instructie van het kader, één daer in de week besteed worden aan de Compagnies- en Bataljonsschool, één dag aan velddienst, één dag aan een militairen marsch (deze beide laatste oefeningen zoo noodig te combineeren) en één dag aan schijf schieten. Bij eene oordeelkundige indeeliug van de dagen der week kunnen alsdan alle genoemde practische oefeningen zonder stoornis plaats vinden. Met het practische onderwijs zouden wij belast wen- schen te zien 1 kapitein en 7 luitenants; aan één dezer wordt het exerceer en met de rekruten opgedragen. Het theoretisch onderwijs wordt opgedragen aan één kapitein en 5 luitenants. Dit onderwijs wenschten wij te zien ingericht als volgt. Yoor het kader is dit onderwijs verdeeld in 4 klassen. De le klas se bestaat uit hen, die korporaal wenschen te wordenhunne theo retische kennis behoeft zich niet verder uit te strekken dan 't geen van hen gevorderd wordt als korporaal, doch moet hun dit op de grondigste wijze, en niet letterlijk onderwezen worden. Instructeurs zijn 1 luitenant en 1 adjudant-onderofficier. De 2e klasse bestaat uit korporaals en ontvangt onderwijs in 't geen dezen moeten kennen en verder wat noodig is om sergeant te worden. Instructeurs zijn een adjudant-onderofficier en een sergeant-majoor. De 3e klasse be staat uit de onderofficieren. Hier moet onderwijs gegeven worden in 't geen een sergeant en een fourier moeten kennen; verder inde verplichtingen van sergeant-majoor in de compagnie en van adjudant onderofficier in de kazerne. Instructeur is 1 luitenant. De 4e klasse bestaat uit sergeanten-majoorsergeanten en fouriersdie zich eene grondige kennis hebben eigen gemaakt van hetgeen zij in de 3e klasse moeten weten, en dezen worden verder onderwezen in die verplichtingen, welke hun kunnen worden opgelegd bij ontstentenis van officieren als anderszins, zoowel in 't garnizoen als te velde. Instructeur 1 lui tenant. Deze 4e klasse is natuurlijk de klasse, waaruit do instruc- 'O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 92