BOEKBESCHOUWING.
Do vaststelling der Indische begrooting zeide de Heer Van Gennep
in do Tweede Kamer heeft niet alleen ten doel het opwekken van do
belangstelling der Kamer in Indië, zij heeft ook ten doel te voldoen aan
de Indische behoeften. Wanneer wij nu nagaan, in hoeverre die begrooting
aan de behoeften van 1880 voldoet, mag in dit tijdschrift natuurlijk al
leen sprake zijn van behoeften voor het leger. Eene zaak van gewicht
verlieze men echter hierbij niet uit het oog. Brengt men de hier aan
gekondigde schrifturen, in afwijking van hetgeen in vroegere jaren in
dit tijdschrift geschiedde, in de rubriek „boekbeschouwing," dan moet de
critiek, wil ze aan haar doel beantwoorden, invloed kunnen uitoefenen.
Van eene „begrooting" evenwel, die reeds wet geworden is, wanneer
alle daarop betrekking hebbende stukken eerst en dan nog met de snelste
postgemoenschap in Indië ter kennisse van het algemeen komen, is
die invloed op deze begrooting derhalve van nul en geene waarde. De
Indische pers staat in dit opzicht bij de Nederlandsche ten achter.
Gedrukte stukken der Staten-Generaal,
ie en 2c Kamer, 1879-1880, Bijblad der
Nederlandsche Staatscourant1879. [Han
delingen der Staten-Generaallc en 2o Ka
mer, 1879-1880]. Begrooting van Ned.-
Indië voor het dienstjaar 1880.
a. Ontwerpen van wet,
b Memorie van toelichting,
c. Yoorloopig verslag der commissie
van rapporteurs,
d. Memorie van beantwoording,
e. Gewijzigde ontwerpen van wet,
f. Toelichtende notas van wijziging,
g. Eindverslag dor commissie,
h. Debatten,
iWet, houdende de vaststelling der
begrooting.