364
zeerste, iets naders te vernemen van zijn stelsel van behartiging
der Nederlandsclie en Indische belangen op militair en finantiëel gebied.
Tot zoolang vinden wij de mededeeling zijner onvoldoende ontwikkelde
denkbeelden, ontworpen en samengesteld in liet koude jaargetijde van
Nederlanddoor hem, die voor intense studie in Indië eene ongeloofe-
lijke wilskracht noodig acht, niet vatbaar voor eene vergelijking met
het in Indië geschreven en door hem zeiven zoo hoog geroemde en door
anderen zoo ten rechte gewaardeerde artikel„De Wetgevende macht
en de Ministeriën van landsverdediging", voorkomende in den jaargang
1879 van dit tijdschrift. Zoo uitstekend als dat artikel iszoo weinig
beduidend vinden wij de brochure van J. D. S.
10 December, 1879. L.