- 613
bewijzen zijn ingekomen, weder worden vervolgd. Zijn toestand is der
halve zeer ongunstig-, te meer dewijl hij in de openbare meening bet
vertrouwen en zijne eer verliest. Om zich hieruit te reddenkan hij zich
ter purge stellen voorliet Hoog Militair Gerechtshof, alwaar hij dan zijne
onschuld moet bewijzen. De absolutie van de instantie kan alleen dan
plaats hebben, wanneer er in het proces eenig blijk bestaat, dat een
getuigenis of bewijsmiddel niet is op te geven geweestmaar berekenbaar
nog zal te bekomen zijn; doch niet wegens het overblijven van vrijwa
ring van schuld."
De Luitenant X had dus een anderen weg moeten inslaan om zich
reclit te verscheffen. T.
Detacheering van Belgische officieren en soldaten bij het Indische leger.
De „Yereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap" te 's Gravenhage
hield den 28 Januari dezes jaars [zie IYe verslag van 1880] eene bijeenkomst,
waarin de Luitenant-Kolonel der Genie van het Indische leger G. E. V. L.
Van Zuijlen eene causerie hield over het wenschelijke van een krijgs
verbond met Zuid-Nederland. De spreker beloofde eene conférence en
règle, sprak eerst over den koenen geest onzer voorvaderen, sloeg toen een
bijpad in om over de Indische brigade uit te weiden wijl hijnaar aan
leiding van al het reeds daarover gesprokenemeende, eene oplossing ge
vonden te hebben voor het voornaamste, moeilijkste, deel van het pro-
blema: voldoende suppletie van kader en manschappen, zonder het aan
werven van allerlei soort van vreemdelingen. Als inleiding gold een
zijsprong op het gebied van wapening en uitrusting in verband met de
lessen, die men uit den langdurigen Atjelisclien oorlog heeft kunnen put
ten en de spreker uit eigen aanschouwingondervinding en overtuiging
geput heeft; toen, na over de verschillende desiderata van het Indische
leger gesproken te hebben, een zijsprong op het gebied der samenstelling
van dit leger. Daarop volgden beschouwingen over het gehalte der sup
pletietroepenwerving van vreemdelingen, het lot van den Europeeschen
soldaat in het Indische leger, wat reeds in zijn belang gedaan wordt
en nog kan gedaan worden. Daarna iets van eene kaderwet en de mid
delen om de kaderkwestie oplosbaar te maken. En eindelijk, via Harderwijk
de vreemdelingen en het Koloniaal werfdepothet op te lossen problema.
Eene causerie in den trant van een ten jare 1867 te Parijs door den land-
engten-doorgraver De Lesseps gehouden speechdie beloofd had, over het