VARIA.
Kanonnen en pantsers.
In de jaargangen 1852, 1853 en 1854 van liet „Beknopt Overzicht
der proeven en werkdadige oefeningen der Nederlandsche Artillerie" kan
men lezen, dat in het laatstgenoemde jaar te Helder schoten zijn gedaan
met pereussiegranaten van 80 en 60 u; tegen do voor de dienst onge
schikt geworden korvet De Argo, en daarbij is gebleken, „dat Nederland
de middelen bezit om elke aanranding van don staat door middel van
vaartuigen op eene krachtdadige wijze af te weren."
"Welk eene verandering in een tijdsverloop van 25 jaren! Welk een
verschil tusschen de vuurmonden van toen en de kanonnen, die tegen
woordig onze kusten moeten verdedigen; welk eene eenvoudigheid in do
constructie dor eerste, vergeleken met de groote kennis der metallurgie
en den ontzaggelijken technischen arbeid aan do laatste ten koste gelegd
Maar wat anti-legergezinden ook mogen aanvoeren tegen den nutteloozen
arbeid, aan de tegenwoordige oorlogswerktuigen besteed, en do kapitalen
en werkkrachten, die zij verslinden; van dezo groote verandering betreur
ik het meest, dat zij Nederland zijn prerogatief, zoo duidelijk uitgedrukt
in hot „Beknopt Overzicht'' van 1854, heeft doen verliezen.
De hier volgende korte schets, waarvoor ik de aandacht der lezers van
dit tijdschrift inroep, heeft tot doel, eene beknopte beschrijving te ge
ven van het standpunt, dat kanonnen en pantseringen na een vijf en twin
tigje igen wedstrijd op den huidigen dag innemen. Om ons eonig donk
beeld te kunnen vormen van de onderlinge verhouding der vernietigings- -
werktuigen en der wederstandsmiddelen, welke daartegenover gesteld
worden, is het noodig, eerst het volgende onder do aandacht te brengen.
De „Comptes rendus", no. 16 vanj 1878, der Académie des Sciences te
Parijs bieden ons in de studiën, die de Kolonel Martin de Brettes van de
hier te behandelen kwestie gemaakt heeft, voldoende en zeer juiste ge
gevens aan. Zij R de straal der doorsnede van het projectiel, e de dikte
der pantserplaat, x de afstand des vuurmonds van het doel, Yx de trefsnel-
heid van het projectiel, P zijn gewicht, zoo wordt de betrekking, die
tusschen deze factoren bestaat, wil het projectiel juist genoeg lovende
kracht maar ook niet meer bezitten om de plaat te doorboren,
met groote nauwkeurigheid uitgedrukt door do volgende formule
J