102
ondoenlijk zoude zijn, zulke groote piketten mede te voeren, dat daaraan
de lijn op eene ecnigszins beduidende hoogte van den grond bevestigd zou
kunnen worden. Verder diende in aanmerking te worden genomen, dat
niet dan bij uitzondering van de piketten gebruik zal gemaakt worden,
namelijk in die gevallen, dat er geene meer voor de hand liggende hulp
middelen voor het parkeeren aanwezig zullen zijn. Deze resultaten gaven
den chef van het wapen aanleiding, de proef op eene meer uitgebreide
schaal te doen herhalen. Uit het daarover ontvangen rapport bleek, dat,
terwijl tevens de meest doelmatige order van bivakkeeren was onderzocht,
de schroefpiketten doelmatig waren bij alle terreinen, behalve steenach
tige, in welk geval naar andere hulpmiddelen zou moeten worden omge
zien. De bestaande ophoudreepen voldeden wat lengte als stevigheid be
trof. Per sectie kanons waren voor het parkeeren in de 1° linie noodig
3 piketten en 2 op elkander gestoken ophoudreepenin de 2° linie 2 pi
ketten en 1 reep. Hieraan konden zonder bezwaar 13 en 10 paarden wor
den vastgezet. Voor de draagpaarden der mortieren en de munitie voor
deze vuurmondenmet het rijpaard van den commandant25 in getal
waren 3 ophoudreepen aan 4 piketten bevestigd voldoende, terwijl de 16
paarden van de reserveaffuiten, broko's, raddragers, ranseldragers, draag
bare smidse en het paard van den fourier aan 2 ophoudreepen en 3 piketten
geparkeerd konden worden. Wat betreft de wijze van medevoeren der
kluistermiddelen werd het doelmatig geoordeeld, de ophoudreepen, be
halve die voor de kanons benoodigd, waartoe de aan de affuiten mede
gevoerde kunnen dienen, zoomede alle piketten en hefboomen op de bok
ken der munitie- en brokodraagpaarden door middel van riemen te be
vestigen, waardoor de last niet buitenmate vergroot en het afnemen der
munitiekistjes en broko's niet belemmerd wordt. Haar aanleiding van de
vorkregen uitkomstenwenschte de chef van het wapen de proeven met
de kluistermiddelen als afgedaan te beschouwen en de beproefde en goed
bevonden parkeermethode in te voeren. Dit geschiedde bij de Order voor
de Artillerie No. 9 van 1878,
Zeer belangwekkend zijn de mededeelingen over de beproeving van
muildieren bij de bergbatterijen ten vervolge op die, voorkomende in het
verslag over 18741875. In Juni 1876 werden te Batavia 12 Chineesche
muildieren aangebrachtdie te Clieefoo aangekocht en via Amoij en Si
ngapore naar Java verzonden waren. Vijf drijvers uit Noord- China ver
gezelden deze dieren, terwijl ook de in die landstreek gebruikelijke draag-
tuigen en hoefijzers, zoomede eene zekere hoeveelheid voeder, om in den
eersten tijd te Batavia te worden gebruikt, waren bijgevoegd. Deinkoops-