114
Bij die reorganisatie was echter door allerlei veranderingen, en
vooral door de invoering van het getrokken geschut, het gewicht
per voertuig, dat vroeger 1173 KG. bedroeg, tot 1274 KG. geklommen;
een gewicht, dat voor de Indische paarden op de Indische terreinen
algemeen als te groot werd beschouwd.
Yerlichting van dat materieel was dus een dringend vereischte.
Die verlichting werd verkregen door vermindering van het mede
te voeren aantal schoten en door een gedeelte van de bepakking over
te brengen naar de voertuigen van de tweede linie. Het gewicht
van het geheele schietgestelvuurmond, affuit en voorwagen, werd
daardoor teruggebracht tot 1134 KG., zijnde dus 39 KG. minder
dan het gewicht van het vroegere gladde 6 veldmaterieel. Hoewel
die vermindering dus voldoende geacht zou kunnen worden, moet
men niet vergeten, dat dit 6 K'cr materieel toenmaals het zware
veldmaterieel vormde, waaraan het lichte 3 veldmaterieel ter zijde
stonden dat dit materieel dus zeker eene andere taak te vervullen
had dan nu aan het 8cm veldmaterieel werd toegedacht. Hen wilde
dan ook beproeven, verdere verlichting te verkrijgen door de invoe
ring van een lichteren vuurmond, die in vuuruitwerking in geen
geval bij onzen 8cm-Yeld zou mogen achterstaan, maar dien zoo
mogelijk moest overtreffen, zonder dat die lichtere vuurmond zou
noodzaken tot het bezigen van eene zwaardere affuit. Daartoe ging
men na, welke kanons, bij de Europeesche veldartillerieën in gebruik,
lichter waren dan ons 8cm veldkanon en bevond men, dat de eemge
kanons, welke aan dien eisch voldeden, waren: het Pruisisch achter-
laadkanon, model 1864, en het Oostenrijksche voorlaadkanon van 8C»',
wegende respectievelijk 300 en 268 KG., terwijl ons veldkanon 320
KG. weegt.
Uit de gegevens, waarover men ten aanzien van die vuurmonden
kon beschikken, werd afgeleid, dat de vuuruitwerking zeker niet bij
die van ons 8™ veldkanon achterstond en uit eene proef omtrent
het weêrstandsvermogen van onze veldaffuiten meende men te mogen
besluiten, dat men bij eventueele invoering van eene dier geschutsoorten
niet genoodzaakt zou zijn tot het invoeren van eene affuit, zwaarder
dan de onze. Men besloot dan ook tot de beproeving van die beide
vuurmonden, doch de daarover met den Minister van Koloniën gevoerde